Thursday, July 27, 2006

Thuis!

27 juli / Tiefentahl

Aankomst in Nederland, NB, Aarle-Rixtel

Voor de goede orde, en de trouwe (en ietwat aanhoudende) lezer, het afsluitende bericht van mijn omzwervingen. Op 3 juli ben ik - na, geen 4000 mijl, maar een nog immer respectabele 4000 kilometer, met 1 nieuwe buitenband, km-teller en vier lekke banden - volgens schema aangekomen op Schiphol.

Het was erg leuk om iedereen weer eens te zien, zoals verwacht, maar ik ben er nog niet helemaal uit of vier maanden nu erg lang of juist wat kort is geweest... Maar met die tropische temperaturen hier hoef ik nog niet met heimwee terug te denken aan Death Valley. :-)

Pepijn

Sunday, June 25, 2006

Het Begin van het Einde

Rangely, Co - Nog 200 mijl

Van Rangely naar Salt Lake

Over drie dagen zal ik met gejuich in Salt Lake City onthaald worden, wat betekend dat ik over een weekje in het vliegtuig zit. Terug naar Amsterdam. Ik heb gefietst, gegeten, gezwommen, geraft, genoten, gezwaaid, gehiked, gedanst, gezongen, gehuild en gelachen. En dat alles meer dan eens.

Gelukkig is mijn leven lang, en de wereld groot, zodat er zeker nog vele avonturen volgen zullen. Maar niet voordat ik weer eens in mijn eigen bed geslapen heb, de geur heb geroken van mijn ouderlijk huis, met blote voeten over de warme straatstenen in het dorp heb gewandelt, een patatje met gegeten heb, en iedereen die me lief is een stevige omhelzing gegeven heb!

Voila,

Vanuit Amerika, levend, meer dan ooit,

Pepijn

Thursday, June 15, 2006

Overpeinzingen van een fietser

15 juni, '06

Trouwe lezers,

Langzaam maar zeker komt mijn tijd in Amerika tot een einde. Noem het een fietstocht, een vakantie, een ontwikkelingsreis, een oddysee... Misschien het een soms wat meer dan het ander. Ben ik veranderd? Dat is moeilijk te zeggen. Nog steeds heb ik mijn goede, en minder goede kanten, ben ik nu en dan humeurig als ik wakker wordt in een koude tent en, zoals vanochtend, een bewolkte hemel boven mij vind. Verandert, ik weet het niet.

Gegroeid, in mijzelf misschien. Ik herinner me een autorit met Arthur en zijn ouders, ergens aan het einde van mijn laatste jaar van de bovenbouw. Ik stelde, dat het zo eenvoudig lijkt het goede te weten, maar waarom het dan zo moeilijk is het goede te doen. Het goede doen, is een vraag met duizend verschillende antwoorden, wat mij betreft ben ik een klein stukje dichter bij het mijne gekomen.

Of ik mezelf beter heb leren kennen? Dit zijn van die vragen, waar mijn taal nog teveel tekortkomingen kent. Als ik dan toch een gooi moet doen zou ik zeggen dat het niet zozeer het 'leren kennen is', maar meer het accepteren. Dat betekent niet, 'het er maar bij laten' of iets dergelijks, maar vormt de basis voor verandering. Met ontkenning kom je nergens.

Veranderen. Het maakt niet zoveel uit waar je bent. Het leven brengt haar lessen overal, zolang je maar de moed en de wil hebt om deze beet te pakken. Echter een nieuwe omgeving, zoals Amerika voor mij was, kan helpen om sommige lessen -opnieuw- te kunnen herkennen. Mijn dagboek en weblog mogen mij enkele daarvan helpen te herinneren.

Maar ik ben er nog niet. Op dit moment bevind ik mij in de Telluride Public Library (Colorado), waar enkele uren geleden het Bluegrass Festival is begonnen. Met mijn ik-zit-al-weer-zes-weken-op-de-fiets-kapsel voel ik me erg thuis tussen de talloze hippie-ogende, strakke spijkerbroekdragende, bezoekers. Vandaar dat ik hier hoogstwaarschijnlijk een dagje zal verblijven. Daarna nog 342 mijl naar Denver (plannen gewijzigd, maar ik doe maar even alsof mijn neus bloed), en vandaar met de fiets/bus/trein naar Salt Lake City. Ik heb onderweg een adres kunnen vinden aldaar, zodat ik me in alle rust voor kan bereiden op de vlucht terug, en ook nog wat van de stad kan zien.
Het lijkt erop, gezien de tijd die mij nog rest, en de afstand die nog overbrugt moet worden, dat dit mijn een-na-laatste bericht zal zijn. Zo heb ik ook nog wat te vertellen als ik terug ben.
Met hartelijke groeten,
Pepijn
P.s. Ik wil iedereen alvast bedanken voor de mailtjes, gedachten en reacties. Mocht je nog wat kwijt willen, laat een reactie achter op de site. Vind ik erg leuk om te lezen. (Klik op de titel van een bericht en scroll naar beneden.)

Fietserslatijn: Over zoeken en vinden

Siddhartha

"Wenn jemand sucht", sagte Siddhartha, "dann geschieht es leicht, das sein Auge nur noch das Ding sieht das er sucht, dass er nichts zu finden, nichts in sich einzulassen vermag, weil er nur immer an das Gesuchte denkt, weil er ein Ziel hat, weil er vom Ziel besessen ist. Suchen heisst: ein Ziel haben. Finden aber heisst: frei sein, offen stehen, kein Ziel haben. Du, Ehrwuerdiger, bist vielleicht in der Tat ein Sucher, denn, deinem Ziel nachtstrebend, siehst du manches nicht, was nah vor deinen Augen steht." - Herman Hesse, Siddhartha.

Thursday, June 08, 2006

Flagstaff en Kaibab N.F.

Zaterdag 27 mei, '06

Van Coconino N.F. Campground naar Hwy 180 - 61 mijl

We ontbijten met pancakes, wisselen email-adressen uit en vertrekken tegelijk. Zij, in een toyota 4x4 richting het zuiden, ik op m'n 1x1 terug naar het noorden.
Na de heuvel die gisteren een vlotte afdaling, en nu een stlijle klim is, draai ik even af naar het uitkijkpunt over de vallei. Indianen -met plat amerikaans accent- verkopen snuisterijen. Goedkope sieraden en mooie unieke beeldjes en natuurlijk de onmisbare dromenvangers. Ik hou daar niet zo van, geef ze liever de vrije loop.

Ik probeer te genieten van 't uitzicht maar wordt uitgehoord door een aantal amerikaanse touristen, die reageren alsof ze een zeldzaam dier in de plaatstelijke zoo aan 't bewonderen zijn. Compleet met ongevraagde foto's, de apenootjes weiger ik resoluut.

Blij dat ik weer rustig op mijn fietsje zit -met een aardig lunch paket van een echtpaar uit California-, zet ik er een goede vaart achter richting Flagstaff, links en rechts een keer zwaaiend naar de passerende harley's. In een grote supermarkt doe ik boodschappen voor de komende 2/3 dagen, want het ziet er niet naar uit dat er veel eten te krijgen is in de woestijnen rond Grand Canyon. Bij een Mobil tankstation (ik ben de vrijgevigheid in Lee Vining nog niet vergeten) vul ik m'n brandertje bij, en breng een kort bezoek aan de bibliotheek en het plaatstelijk postkantoor.

Hoewel ik dacht alles vrij vlot geregeld te hebben is het 3 uur als ik Flagstaff uit fiets over de 180 richting noorden. Tijdens een korte klim komt er een fietsster naar beneden geracet die me bemoedigend toeroept: "good luck with that hill!" Als ik na twee uur op 8300 voet het bordje "summit" zie moet ik toegeven dat ze niet overdreven heeft. Heuvelaf gaat des te vlotter. Ik stop even bij een kappelletje langs de weg, dat vol hangt met kleine briefjes met anonieme wensen aan de Heer. Ik vraag me af of Hij deze verlate gebieden wel aandoet, er is namelijk weining plaats over voor mijn boodschap.

Kaibab national forest bestaat op deze hoogte voornamelijk uit Pondarosa Pine trees, afgewisseld met een soort berkachtige, met een helderwitte stam en frisgroene bladeren. Na het kerkje verandert het landschap in een uitgestrekte prairie, waar met een beetje fantasie een kudde bisons loopt te grazen, die -als het aan de plaatselijke ranch ligt- hun bestaan mogen voortzetten als repen gedroogd vlees.

Na wat kronkels in de afdaling veranderen de bomen langzaam in struiken. Rond zeven uur duw ik mijn fiets een stuk de berm in, op de plaats waar het hek, wat voor kilometers de weg omheinde, wat terugwijkt. De begroeing ontrekt me aan het zicht van de weg, hier en daar liggen wat dorre takken en -wat me enigzins ongerust maakt- de zachte rode aarde is bezaaid met sporen, waar menig scout zich op zou verheugen. Sommigen zo groot als mijn handpalm, geen beren misschien, maar op z'n minst wat coyotes en een wild zwijn. Uit de top van een dode boom krast een gier zijn commentaar. Na een half uur heb ik m'n tentje staan, eet nog wat en lig -nog steeds moe van de treinreis- om 8 uur in mijn slaapzak.

De wilde dieren blijven uit, maar geconfronteerd met een ander ongemak van het camperen moet ik op twee uur in de nacht dringent m'n tent uit. Nu ben ik er zeker van dat ik naar de sterren fiets. Nog nooit heb ik er zoveel gezien.

Wednesday, May 24, 2006

Enkeltje naar Flagstaff (trein) & Retourtje Coconino N.F. (fiets)

23 mei, '06

Van Flagstaff naar Coconino N.F. Campground - 20 miles

Om vijf uur in de morgen rijd de trein Flagstaff binnen. Mijn bestemming. In het wachtlokaal pak ik mijn fiets uit, die ik gisteren voor vertrek overhaast in een kartonnen doos moest zien te krijgen. Ze heeft het overleeft. Ik voel me overigens wat minder vitaal. Ik zat midden tussen de huilende baby's, zodat ik maar een paar uur geslapen heb.

Daarom besluit ik om nog niet direct aan de lange en eenzame tocht naar de Grand Canyon te beginnen, maar allereerst een bezoekje te brengen aan het zuidelijk gelegen Sedona. Na zo'n 20 mijl vind ik het wel mooi geweest. De camping midden in de beboste canyon is erg duur, vergeleken met california. Maar je bent een nederlander of je bent het niet. Met m'n stoute schoenen aan vraag ik een stel uit Phoenix of ik hun plaats mag delen. Ruimte zat, dus waarom niet?

Gelukkig komen Heath, Leigh-Ann en hun zoontje Hagen ook tot die conclusie, en hebben ook nog een laat ontbijt voor me. Daarna rol ik mijn matje uit en slaap een paar uur.
De familie gaat naar een meer, even verderop, ik hang mijn rugzak over mijn schouders en vertrek voor een mooie wandeling. Het pad wat ik dacht te zien lost langzaam op tussen de dennebomen, maar echt verdwalen kun je hier toch niet, aangezien je vroeger of later tegen de wanden van het dal aanloopt. Met gespitste oren struin ik door struikgewas, klim over stenen en spring over cactussen. Maar hoewel ik op de camping gewaarschuwd ben voor ratelslangen, is mijn waakzaamheid voor niets. Afgezien van een paar vliegen en een weps ben ik alleen.
Ik geniet van het uitzicht op een heuveltop om dan, na wat val en vliegwerk (geef mij m'n fiets maar) terug op de camping te landen.

's Avonds roosteren we maiskolven boven een houtvuur. Ik praat lange tijd met Heath. Hij verteld over zijn jeugd - toen hij twee was is met de auto van zijn ouders twee mijl het maisveld ingereden -, vriendinnetjes - hoe hij twintig mijl rennend aflegde in het holst van de nacht om een bezoekje te brengen aan de kersenboomgaard van zijn buurmeisje -, zijn alcohol verslaving - stoppen is niet moeilijk zegt hij, hij stopt elke week wel een keer -, het Bagelfest in Mattoon, Illenois, waar elk jaar een Bagel van 100 kilo wordt gemaakt-, vreetfeesten - gooi de hete kolen van een vuur in een kuil, gooi er een in alluminium folie gewikkeld varken bovenop, dicht de kuil, wacht een dag, en vraag of de buren ook komen-, mais, en al het andere wat je absoluut moet weten over Illenois.

De donkere hemel tussen de boomtoppen vult zich langzaam maar zeker met ontelbare sterren. Als het vuur enkel nog zachtjes nagloeit ga ik naar mijn tent.
Morgen dus terug naar Flagstaff, boodschappen doen, kaartjes versturen en op weg naar Grandcanyon. Op de kaart ziet het er niet naar uit dat ik de komende 200 mijl een stadje van formaat aan zal doen. Het kan dus even duren voordat mijn volgende bericht komt.

Monday, May 22, 2006

Back in L.A.

Maandag 22 mei, '06

Een lift naar Los Angeles

Na een rustdag in Lone Pine besluiten we om een bus naar Ridgecrest te nemen, om daar een auto te huren en zo alsnog een bezoekje aan vegas te kunnen brengen. Helaas heeft florian zijn rijbewijs niet bij en moeten we het proberen met een kopie. Deze onzekerheid zorgt ervoor dat we ook naar andere mogelijkheden uitzien, en zodra er een grote pick-up stopt terwijl we op de bus wachten, aarzelen we niet lang en vragen we of we een eindje mee mogen rijden. Hij wil ons wel afzetten in Ridgecrest, wat ons twintig dollar scheelt voor de bus. Steve (kennenlijk een veelvoorkomende naam) is op weg naar zijn moeder in LA, wat nog zo'n 2 uur rijden is. En aangezien we niet zeker weten of het lukt met de huurauto, Florian familie heeft in Walnut, LA, een goed bed erg welkom is, en ik toch nog niet veel van de stad gezien heb besluiten we met hem mee te rijden.

Onderweg verteld hij van zijn jachtavonturen in Alaska. Grizzlies, elanden, edelhert, wolven, dassen, vogels, kortom alles wat beweegt. Met zijn custom-made 370 Weatherby kaliber is zelfs de snelste olifant een gemakkelijk doelwit. Ik stel me voor hoe hij, gehuld in groene schutkleuren, na dagen dwalen door dichte bossen, ver van alle moderne levensgemakken met een ijzeren geduld een kalf schiet. Even later legt hij uit dat ze met een motorjacht de rivier opvaren en na een paar dagen een strandje aandoen waar ze hun vierwielige motoren met aanhangers en tenten uitladen, en door de bossen racen. En op z'n minst een eland van zo'n 1000 kilo neerhalen, het beste vlees eten en de rest in de trailer gooien. Kosten: 15.000 dollar.

In het huis van zijn moeder in Fullerton zien we dat hij niet overdreven heeft. De woonkamer hangt vol met de hoofden van een enorme eland, drie edelherten en nog een paar prachtige dieren. Naast de voordeur hangt een bordje. "Hands to work, hearts to God." Hij heeft het goed begrepen. We betalen hem twintig dollar voor de rit, en hij rijd ons naar Walnut. Zo'n vijftien mijl verderop, naar het huis van Manu en Tom. Ze wonen in een typisch Amerikaans middleclass huis, buurt en stad. Een paar grote shoppingcenters, en een wijk waar absoluut niets te beleven valt, en de perfect gemaaide gazonnetjes omheint worden door grote rozen, zorgvuldig bijgehouden door gestresste midlife vrouwen. De heuvels die normaal gesproken de horizon zouden vormen, verdwijnen in de smog.

Maar Tom en Manu zijn een positieve uitzondering op mijn vooroordelen. Een geweldig stel van rond de 40 jaar. Niks is een probleem zolang we maar doen alsof we thuis zijn. Donderdag moeten ze beiden werken, maar vrijdag geeft Manu ons een rondleiding door Pasadena, het oude centrum, de Notre Dame, in hartje LA, het Disney concertgebouw en Hollywood Boulevard, waar Chewbacka arm in arm met Superwoman onschuldige touristen lastig valt. 's Avonds zijn we uitgenodigt voor een verjaardag van vrienden van Manu en Tom. We gooien hoge ogen met onze fietsverhalen. Doran, een psycholoog die constand op zijn bovenbeen slaat van plezier, kan ons maar niet vaak genoeg vertellen hoe geweldig het is wat we doen. Rond tien uur wordt voorgesteld om gezamelijk naar een karaoke bar te gaan, en daar verder te feesten.
Er zijn grenzen.
Florian en ik rijden terug naar Walnut en kijken Pulp Fiction.

Zaterdag en zondag gebeurd er niet veel. Ik boek een treinkaartje naar Flagstaff, noord-arizona, ik heb tenslotte nog wat mijlen te doen. En Florian vertrekt zondag ochtend op de fiets richting mexico. Een paar uur later belt hij op, last van zijn rug en zijn spieren, of we hem op kunnen halen. 's Avonds spelen we Risk. Ik had gewonnen, als Tom op het laatste moment niet een paar kaarten tevoorschijn toverde en met zijn legers noord-amerika binnen stormde. The fellowship has failed... Het is een harde wereld.

Zodadelijk brengt Florian me naar het Amtrak station, en neem ik de nachtrein. Vanuit Flagstaff fiets ik naar de Grandcanyon, Zion N.P., en Bryce. En van daar over de 89 naar Salt Lake City. Vandaar verder richting Yellowstone, waar ik hoop de laatste twee/drie weken op een ranch te kunnen werken en paard leer rijden. Maar dat is allemaal nog ver weg.

------ ------- -------- -------

Nu ik de mogelijkheid heb om meerdere mensen te bereiken, wil ik graag het volgende onder de aandacht brengen.
Ik zie hier wat voor een rekbaar begrip democratie kan zijn. Ik wil iedereen dan ook aansporen dankbaar gebruik te maken van onze vrijheid van meningsuiting en stemrecht. Neem eens kijkje op http://wethepeople.nrc.nl/

"Hij kwam, hij zag en hij overwon."

Zondag 14 mei, '06

Van Lone Pine naar Furnace Creek - 170 mijl

Na het plaatsen van mijn laatste bericht drinken we wat moed naar binnen in Jake's Saloon. De muren zijn gesierd met hoefijzers, six-shooters, gerafelde posters met vergane glorie en flessen whiskey. Links van de bar hangt een prikbord, waar men het plaatselijke bier kan loven, en overmoedige reizigers een laatste groet kunnen achterlaten. Een vergeelt papiertje doet me met weemoed terug denken aan mijn vaderland:

25-9-'98
Hoi
Drink coocs
in plaats van bud
dan wette dat het
goed gut.
Henk L. gennep

Dan, om half zeven, stappen we op de fiets. Een vreemd gevoel neemt ons in zijn bezit, een lichte angst voor het onbekende, en het vooruitzicht op een unieke ervaring! We vragen ons hardop af hoeveel fietsers ons hier voorgegaan zijn. Acht, negen, misschien tien. Maar beslist niet meer. In iedergeval niet op veertien mei, onder de volle maan. Even ten zuiden van Lone Pine missen we van louter euforie bijna de afslag naar Death Valley. 104 mijl, zegt het bord, wij moeten er 120 (zo'n 195 km) doen tot aan Stovepipe Wells, de eerste stop waar we vers water kunnen inslaan , en een camping zullen vinden. (ik heb overigens een camelback gekocht in San Francisco, een extra 3 liter water. Dit brengt het totaal op 4,7 liter.)
Terwijl we rustig op gang komen bespreken we de strategie voor de nacht. Florian hamert er op dat we niet sneller dan 11 mijl p/u moeten rijden, willen we het de hele nacht volhouden. Ondanks dat leggen we meer dan 30 mijl af tot de eerste stop. We fietsten twee en een half uur, rusten dan en wachten op de maan, die zich de afgelopen nacht niet voor 10 uur liet zien. Het landschap is nu compleet boomloos. De enige begroeiing bestaat uit een soort struik, die zich in de loop der eeuwen heeft aangepast aan de rotsachtige, zandstenen bodem. Op een kaal stuk langs de weg houden we halt en eten een paar boterhammen met honing en ieder een sinaasappel. Nadat we ons ervan hebben verzekerd dat er geen spinnen, schorpioenen en coyotes onder de stenen te vinden zijn, leggen we ons te rusten voor een uurtje. Een paar auto's zoeven voorbij, de meesten zonder ons te zien, maar een pick-up stopt een eindje verderop, draait om en komt onze kant uit. Over zijn vrouw heen vraagt de chauffeur of we soms een lekke band hebben. We bedanken hem voor de attentie, en ik vraag wat water. Ze hebben schrikbarend weinig over voor een auto met airco...

De pubers op de achterbank kijken wat argwanend in het rond of ze soms een ruimteschip kunnen ontdekken, negatief. Even later verdwijnt de gehele familie hoofdschuddunt richting Lone Pine.
Ik tel de sterren.

Als de maan vanachter de heuvels is opgekomen, vervolgen we de tocht. We maken wat foto's bij een verkeersbord wat nu nog maar de helft van het aantal mijlen aangeeft. We verbazen ons om onze snelheid. De gehele weg is nu voor ons, auto's hebben we al een paar uur niet meer gezien en het enige geluid komt van onze banden die over het asfalt rollen, en, sinds de maan schijnt, een enkele krekel, onvindbaar in de berm. Dan, vrijwel onverwachts -aangezien we maar enkele meters goed kunnen zien, gaat het bergaf. En hoe. Nog nooit heb ik zo een diversiteit aan bochten in combinatie met dit hoogteverschil mogen meemaken. En we gaan kei- en keihard. Overwinningsekreten echoën door de canyons aan weerskanten van de weg, rauwe kelen van wind, zand en inspanning gaan vol open. Het aangename gevoel van spanning, opgekropte vreugde en avontuur bezorgt me kippevel tot aan mijn tenen.

We doen achtien mijl in tien minuten.

De vallei waarin we afdalen verschilt niet met het hoogland, enkel in temperatuur. Onzichtbare wolken van warme lucht vermenigvuldigen naarmate we dichterbij het zeeniveau komen. In de staart van de afdaling wacht ons een aangename verrassing. Een hotel/cafe met tankstation voorziet ons van de benodigde sanitaire voorzieningen en -hoewel warm- water. De thermometer, bevestigd aan een steunpilaar, geeft 34 graden aan. Het is één uur 's nachts.

Na deze afdaling voelen we de vermoeitheid voor de eerste keer opkomen. Te meer omdat er voor ons een grote heuvelrug uit het duister tevoorschijn komt. We maken ons niet teveel zorgen, de kaart geeft dit niet aan, waarschijnlijk gaan we eromheen. Rustig peddelen we over de, nu kaarsrechte, weg. Rechts ligt een opgedroogd meer, het maanlicht weerspiegelt nu op het zout. Maar even later wordt onze vrees werkelijkheid. Klimmen, opnieuw. Met al meer dan 80 mijl in de benen. Na vijftien minuten ben ik blij als Florian zegt dat hij wil rusten. We hebben de neiging om de schaduw op te zoeken, wat -gezien het feit dat we in maanlicht fietsen- niet bijster veel uit maakt. Ik rol m'n matje uit langs de weg, en haal meteen mijn minidisc te voorschijn. We zetten de wekker op kwart over twee. Laat die spinnen maar komen.

Als we na zo'n drie kwartier weer op de fiets zitten, is het ondanks vermoeide, zware ogen, ondanks stijve, pijnlijke benen en een protesterend lichaam weer genieten. Zacht weerklinkt de saxofoon van Dick Parry in mijn oren, en maakt het door de maan verlichte landschap tot een perfekte droomwereld, ver weg van bergen, hitte en heuvels. Ver weg van mijn zware adem, en de mijlen die nog komen.

Eindeloos lijkt de klim, van soms meer dan 9%, maar uiteindelijk bereiken we de top. We zien dat we in de laatste paar mijl meer dan 1200 meter zijn geklommen. Het kost ons een kwartier om op adem te kopen, en nog steeds lijken mijn longen meer op een roestige koffiemolen. Ik bereid me mentaal voor op weer een kronkelende afdaling - al gloort de zon achter de heuvels in het oosten, we zien nog steeds niet bijster veel. Maar de weg is kaarsrecht, en we vliegen de heuvels uit. 35, 40, 47... 50 mijl per uur (80 km)!! Gruwelijk snel maar verdient.
En zo rollen we zonder verder nog veel te hoeven doen, na honderd en vier mijlen door de woestijnnacht, Stovepipe Wells binnen. Maar ditmaal vind de vreugde geen weg meer naar de buitenwereld, we zijn opgelucht, dat wel. Veel verder moest het ook niet zijn. Terwijl we met moede ogen het dorpje verkennen, niet veel soeps, schijnt een felle zon de vallei binnen.
Een tankstation met Drug Store a la Lucky Luck. Een zwembad (hier?) omgeven door een hoog hek, wat huisjes voor verhuur en een registration office. We vragen naar de camping. Die is er niet, horen we. Niet voor (wat ze noemen) regular camping. Ik ben te moe om aan te dringen. En ik begrijp die mensen hier ook wel. We zien er uit als een stelletje dakloze oorlogs veteranen. Daarbij heb ik me al drie weken niet meer geschoren.

Er zit niets anders op, we ontbijten, naast de camping, stappen op de fiets, die ineens 50 kilo zwaarder is, en beginnen aan de vijftien mijl naar Furnace Creek. (What's in a name...) Het uitzicht is ongetwijfeld de moeite waard, maar mijn ogen vallen constand dicht van vermoeidheid. Ik neem wat foto's. Voor later...

We haalden het tot Furnace Creek en er was een camping. Zonder douche, duur, maar met wat schaduw. Na de ranger gerust gesteld te hebben dat we echt pas net aankwamen, ons wassen onder een kraantje, rollen we onze matjes uit en ploffen neer in 43 graden. Ik slaap vrijwel meteen. Doodop, maar we hebben het gehaald!

Hier, mijn beste lezer, zou deze dag moeten eindigen. Maar helaas, het mocht niet zo zijn. In het kort: na een half uur wordt ik wakker door de steek van een grote zwarte horzel. En op dat moment besef ik dat we hier niet kunnen blijven. Na 20 minuten geduldig wachten en meppen, ligt de horzel platgetrapt op de grond, en daar is de volgende horzel.
Ik ben, na 27 uur zonder slaap en 200 kilometer fietsen, te moe. Strompelend pakken we onze tassen, en verlaten de camping voor, wat we hopen, een lift naar Vegas. Maar, waar het normaalgesproken stikt van de amerikanen met pickups, komen hier enkel touristen in grote tourbussen met airco. Geen plaats voor fietsers. De rangers weten ook niet echt wat ze met ons aan moeten, en komen niet op het idee om ons een lift te geven naar het eerstvolgende gehucht na death valley.


Nu we er uitzien alsof we net uit de county jail zijn ontsnapt zijn de mensen wat minder happig om ons aan te spreken. Maar na een lange, lange tijd krijgen we een lift, van Nederlanders notabene. Het maakt me niks uit dat ze terug naar Lone Pine rijden, als we maar weg zijn uit die verschrikkelijke hitte. We gooien onze fietsen boven op de koffers en tassen in de aanhangwagen, en stappen in het busje. Het is een volgwagen van een groep motorrijders, die ook niet weten wat ze hier doen. Met horten en stoten, we worden twee maal aangehouden (geen vergunning voor een commercieel voertuig - parkranger / geen nummerbord - agent) komen we op gang, en zelfs dan gaat het traag met een halfwerkende airco.
Ook hier kan ik nog niet eindigen met een eind goed al goed, want halverwege klapt de band van de trailer. En natuurlijk geen reserve wiel. Fietsen eruit, onze tassen kunnen wel mee in de bus, maar wij moeten de veertig mijl (!!!) naar Lone Pine zelf doen. Ik kan me nergens meer over opwinden, en denk alleen nog maar aan slapen. Langzaam beginnen we aan de klim. Als er na zo'n drie kwartier een pickup voorbij komt, gebaar ik heftig teneinde hem te stoppen, waarbij ik bijna de afgrond in verdwijn. Maar hij stopt. We gooien onze fietsen in de bak en klimmen in de koele cabine. Steve verteld wat over zijn werk, iets met een droog meer waar water in moet. Maar ik hoor het al niet meer. Het is acht uur 's avonds als ik mijn ogen sluit in het goedkoopste hotel van Lone Pine. Op een zacht bed, na 38 uur.

Ik kwam, ik zag, en ik keerde om...

Sunday, May 14, 2006

Het wilde westen: A long way from home...

Zondag 14 mei / Lone Pine, california

Tot nu toe is het me nog steeds gelukt om netjes alle dagen te verslaan, san francisco daargelaten, maar nu ik in het binnenland ben, is het bijna onmogelijk geworden. Vandaar een korte update van de laatste dagen, en een blik vooruit.

Vanaf Yosemite bug was het een korte rit naar Yosemite Valley, waar het allemaal te doen is. Redwoods, grote bomen met een zachte schors, en enorme watervallen. Nog op zoek naar de juiste camping werden we, ik en preston, uitgenodigt om een campsite te delen met een echtpaar uit zuid-afrika, waar een erg interessante avond op volgde. Heather is de oprichtster van Gods Golden Acre (.nl), een project waar ondertussen 5000 aidswezen een onderkomen en verzorging hebben. Ze is hier voor de publicatie van haar biografie. De volgende ochtend krijgen we nog wat eten mee als zij vertrekken.

Wij gaan naar Camp 4, een goedkopere camping waar we drie dagen verblijven. De eerste dag gebruik ik om wat aan m'n fiets te klussen (overigens in san francisco de achter(buiten)band vervangen, deze was compleet versleten). De tweede dag, dat was 4 mei, samen met een stel uit Redding, ca naar de top van Yosemite falls gewandelt. Wonderschoon, machtig: genieten!

Na nog een dag rustig aandoen, ik was wat grieperig en had al een paar dagen last van mijn schouder, vertrek ik in tegenstelling tot eerdere plannen naar het noorden over hwy 120 en 49 richting Jackson. Onderweg doe ik de Rawhide waldorf school aan. Een mooi schooltje midden in een landschap van boerderijen, eikebomen en kleine dorpjes. Overnacht bij de lerares van klas 4, en in de berm net na Jackson, waar de 88 me naar het oosten over de bergen moet brengen. Het is 18 uur als ik na een praatje met Pete van Vliet, een americaan met duidelijke europese wortels en een reusachtige vrachtwagen met hooi, op 6500 voet (2300 meter) mijn tentje opzet in de sneeuw. Een prachtige zonsonder- en opgang. En geen beer of bergleeuw te zien. Het is de volgende dag flink klimmen met twee passen te gaan, maar het uitzicht is en blijft prachtig. Silver lake is nog bevroren, maar de eerste wilde ganzen zwemmen al in een wak bij de dam, en bedelen even later om de chips die ik van Pete heb gekregen. Ondanks de bergen fiets ik zo'n 70 mijl, met aan het einde een afdaling waar ik mijn persoonlijke snelheidsrecord verbeter. In Walker, aan de andere kant van de Sierra's dus. Bij een familie slaap ik op de trampoline in de tuin.

De volgende dag ontmoet ik Florian (30 jr), een fransman, volgens afspraak een eindje voor Mono Lake. Hij fiets van Canada naar Guatamala (respect!) en we zullen samen death valley doorkruisen. In Lee Vinning, aan mono lake, krijgen we gratis eten en bier bij het Mobile tankstation, erg lekker!, en slapen onder de sterren.

Gisteren heb ik ontdekt wat woestijn hitte is, als we na de supermarkt om 12:30 naar buiten komen en lopen (of fietsen) in de zon voelt als een regen van zweepslagen. Hier besluiten we om Deathvalley, waar het zo'n 45 graden zal zijn, 's nachts te doorkruisen, ideaal door de volle maan. Nu zijn we in Lone Pine, het laatste oord voor de Vallei van de Doden, wens me geluk en denk aan me de komende 24 uur. Want zolang zullen we moeten fietsen om dit te overleven. We vertrekken om 18 uur. Het avontuur schraapt met zijn hoornen hoeven over de ruwe grond, Death Valley, here we come!

Thursday, May 11, 2006

Dag 21 - Yosemite Bug Y.H.

Dag 21 / 1 mei

Van Highway 140 naar Yosemite Bug Youthhostel

Ondanks ons voornemen vroeg te vertrekken staan we laat op. Slaapzakken zijn nat van de dauw, maar zullen gauw genoeg droog zijn door de zon. vandaag is het weer zo'n 95 graden F. Preston is al op en helpt met kippn voeren. de familie trakteert ons nog op pancakes met veel ahorn siroop. Ook mogen we gebruik maken van de douche. hard nodig na een week fietsen en zweten.
De kinderen blijven thuis van school vanwege de staking. Een actie tegen de nieuwe immigratie wet, die iedere immigrant zonder verblijfsvergunning tot een crimineel maakt. Daarbij maakt het niet uit dat veel van deze (voornamelijk) mexicanen al zo'n 15 jaar in amerika wonen en werken, voor een paar dollar per uur. Ik hoop dat het de regering duidelijk wordt dat amerika niet eens meer zonder deze mensen kan.
Het is dus erg gezellig in de ochtend zodat we, na alle goede wensen en een extraatje onderweg, het na twaalven is voordat we vertrekken. Michael, 18 jr. is -net als de rest van de familie- erg onder de indruk van onze prestaties, en plant spontaan een trip naar Santa Cruz: Op Zijn SkateBoard! Zo zie je maar weer, het kan altijd gekker.
Hwy 140 heeft geen verharde berm, en de rijstroken zijn smal. Vervelend hoor, die fietsers die op z'n minst 20 centimeter van de weg in beslag nemen, als je in je 1:1 hummer plankgas naar Yosemite wilt. Maar na die paar auto's die wilden bewijzen dat hun claxon functioneert is de rest van het verkeer relatief galant. De drukte en de hitte zorgt voor een goed tempo.
Vlak voordat we aan een lange klim beginnen naar Mariposa houden we halt bij een tankstation met een fietsersvriendelijke picknick tafel onder een grote eik. Preston zorgt voor een heerlijke, dubbeldicke zelfgemaakte sandwich, en ik haal -geheel eigenhandig- een corndog (hondenvlees met een laagje maismeel) en twee tostidos (ondefinieerbaar) in het tankstation.
Het is zo'n 35 graden tijdens de twee uur durende klim, maar daarna een welverdiende afdaling tot aan Mariposa. We kopen wat postkaarten in het eerste 't beste winkeltje en ik ga op zoek naar een nieuwe USB kabel voor mijn camera. Preston wacht op 't trapje naast de computer zaak (gerunt door een opa van ver voor het chip tijdperk) die geen kabel voor me heeft, zodat ik het een eindje verderop in een fotowinkel probeer. Ook daar vang ik bot, terwijl preston, al tijd dodende bij de computer zaak, drie politieagenten aan de haak heeft geslagen. Aangezien hij geen id of rijbewijs (bij zich) heeft, voorzie ik een hoop trammelant. Na een korte ondervraging wordt ons verteld dat de vrouw uit de woning boven de computerzaak zich bedreigd voelde. Wij zeggen dat het ons spijt, hoewel we niemand anders dan het levend fossiel uit de winkel hebben gezien. En als we aanstalten maken te vertrekken is het ok. De macht van de politie hier is anders dan in Nederland.
Terug op de fiets, zonder usb kabel, rijden we naar het eind van het stadje. Er was ons verteld dat er een erg goede hamburgerjoint moet zijn, genaamd Miners In. De hamburgers zijn niet erg bijzonder, maar wat het bezoek leuk maakte was de familie Jansen. Overgewaait voor een bezoekje aan hun kroost dat studeert ten zuiden van San Francisco. Het is een erg gezellig etentje, dat -geheel tegen alle vooroordelen en tradities in- op rekening is van de Jansens. Nogmaals bedankt!
Het is inmiddels bijna 7 uur, tijd dus om een plek te zoeken voor de tent. Maar Preston prefereert de jeugdherberg voor vanavond. Het is al bijna donker (afgaande op de geur moeten we in een erg mooie omgeving fietsen) als we een derde fietser inhalen. Jo, zonder tassen maar met pistool, verteld hij. Nu, ik ben een weinig naief, maar ben toch blij als hij een paar km voor de jeugdherberg een hotel neemt. Ik juig te vroeg, want vlak voordat we de parkeerplaats opfietsen komt hij weer achterop. Het hotel was te duur (zei hij, en besloot ons in onze slaap te vermoorden.)
Toch besluiten we een tentcabin met hem te delen (Preston is wat minder achterdochtig, en het maakt ons verblijf een stuk goedkoper). Ik ledig een Rootbeer en een Orange Juice, preston een Guinnes. Mijn bed is te zacht om nog aan Jo en z'n pistolen te denken. Lang leve de slaap!

Tuesday, May 02, 2006

Vervolg van dag 20

Dag 20, vervolg / 30 april

Van Chowchilla naar Hway 140

Als we vertrekken uit Chowchilla wordt het landschap weer groener. Minder omgeploegde akkers en wat meer bomen, maar nog steeds zo vlak als nederland. Als we voor een huis de kaart bestuderen wordt ons prompt een groot stuk chocoladetaart aangeboden. De man - een schoolbus chauffeur - helpt ons met een route over rustige wegen tot aan Planada.

Het is al vrij laat inmiddels, en hwhy 140 blijkt een drukke weg te zijn. Als er vanuit een voortuin uitbundig naar ons gezwaaid wordt hoeven we dan ook niet lang na te denken. En met de stoute schoenen aan vragen we of ze een plekje hebben voor onze tent. Ze kijken elkaar aan en met een glimlach bieden ze ons ook maar aan om de maaltijd met hen te delen. Blij met deze verwelkoming zetten we de tent op en hebben een erg gezellige avond met deze half mexicaanse / amerikaanse familie.
Hun bestaan is wat onzeker nu vanwege de nieuwe immigratie wetten. Ze vertellen dat de vreemdelingendienst schoolbussen stopt om kinderen daaruit weg te kunnen halen. Kinderen die hier al 10 jaar wonen samen met hun ouders en niet beter weten dan amerika.

Het is elf uur als we besluiten om onder de sterren te slapen. We worden even opgeschrikt door de sproeiinstallatie maar we blijven droog. Een koele bries waait zachtjes over de prarie. Welterusten.

P.s. Voor diegenen die zich het afvragen, ik ben mijn km teller kwijt geraakt in San Francisco vandaar geen mijlen meer in de blog. Ik schat dat in nu aan de 950 mijl zit.

Sunday, April 30, 2006

Dag 17 t/m 20 - Een samenvatting

Dag 17 t/m 20 / 28-30 april

Van Anzar Road over San Juan Bautista & Hollister naar Chowchilla

Na de aarbijenvelden rond Watsonville is iedere verandering fijn. Maar wat we zagen aan natuur de afgelopen dagen was zo wonderschoon en uniek dat het me moeilijk valt te beschrijven. Ik hou het dan ook bij mijn gedicht.
De wegen waren goed, maar een paar mijl highway, en de rest smal maar goed geasfalteerd. De eerste nacht slapen we in Panoche Valley, groene heuvels met hier en daar een eikeboom en wat koeien. Een riviertje kabbelt rustig een paar meter van de tent. De volgende ochtend is klimmen, maar met wind in de rug is het goed te doen, en hebben we genoeg tijd om te geniet van de omgeving. Bij een farm vullen we onze waterflessen bij, want sinds Hollister is bijna niets meer geweest aan winkelels of huizen. Tijdens een lange afdaling veruilen we het groen en de bomen voor een uitgestrekte prarie, met gras dat golft als een zilveren oceaan. We reden lange tijd direct naar het oosten, maar midden in de prairie, omgeven door heuvels, slaan we linksaf naar het noorden.

Het is nu zo'n 90 graden Farenheit, de zon dwingt me om een t-shirt met lange mouwen te dragen, tussen de sunscreen door. Toch geniet ik ieder moment. Bij Mercey Hot Springs houden we halt voor het middag maal. Normaal gesproken vragen ze 5 dollar voor een picknick tafel, maar fietsers uit holland hebben kennelijk een streepje voor, wij krijgen hem voor niets. Even overwegen we om de tent hier op te zetten en een bad te nemen, het water uit de bron is 119 graden F en zout. De baden zijn 106. Maar zelfs een hollands streepje voor zou hier niet baten. 40 dollar om de tent op te zetten vinden we teveel, en stappen weer op de fiets.

Heuvels zijn goudbruin nu, om een beeld te geven van het weer. Eenmaal uit de heuvels komen we in een vlak boerenlandschap. 1000enden hektaren omgeploegd, bezaaid, begroeid farmland, afgewisselt met nette rijen amandelbomen. Het is zaterdagavond als we vlak voor Firebaugh ons water bijvullen en een ijsje eten. We praten wat met de kinderen van de eigenaar, een arabier. Ze zijn erg volwassen voor hun 9 en 13 jaar, het moet een hard bestaan zijn hier op het platteland. We worden wat door een -uiteindelijk toch snelle- zonsondergang, en lopen wat muggenbeten op als we langs de rivier naar een plekje voor de tent zoeken.

Vanochtend zaten we om 8 uur op de fiets en na een appel als ontbijt en een boterham tussendoor fietsen we 25 mijl tot Chowchilla. Zojuisthebben we een amerikaans ontbijt gegeten, 2 eirenen, spek, sausage, gebakken aardappelen met ui en paprika en een pancake. Met ahorn siroop natuurlijk. Wat een verwennerij. Tijdens ons maal werden we aangesproken door een wat oudere man die, toen hij hoorde dat we een bibliotheek zochten voor internet, ons aanbood om het in zijn huis te gebruiken. Dus hier zit ik nu achter de computer. Vavavond zullen we in de radiouitzendig zijn die hij ieder dag doet. Wie weet wat dat ons brengt. We hopen vandaag in Yosemite te kunnen eindigen, Sonora Pass is nog steeds ingesneeuwd dus misschien moet ik mijn plannen alsnog wijzigen. Via Bakersfield naar Death Valley dus. Maar dat is voor latere zorg. We hopen een paar dagen in yosemite te kunnen blijven.

Goodnight & goodluck!

Pepijn

Dag 16 - Het binnenland in

Dag 16 / 27 april donderdag

Van Santa Cruz naar Anzar Road

Laat wakker. Lucky Charms voor het ontbijt. Om 1 uur vertrekken we van Market St. Bij het postkantoor stuur ik mijn spijkerbroek naar huis, economy post, en bij Trader Joe's halen we eten voor de komende dagen. En wat enery repen. Ik weet de weg nog van mijn rit naar het noorden, dus het fietsen gaat makkelijk. We fietsen voor een paar uur over rustige wegen, en gaan het binnenland in bij Watsonville. In een houtwerkplaats worden we bedient met koekjes als we naar de weg vragen.
Watsonville is een saai industriestadje in een vlak landschap, veel grijs en rommel, maar de muren van de werkplaats dragen kleurrijke schilderingen.

In Aromas, een dorpje in de heuvels, houden we stil bij een winkeltje. Een stukje verderop wordt een toneelstuk opgevoerd in een school. Het hele dorp stroomd naar binnen als we voorbij fietsen.Veel mensen hebben nooit een fiets gezien, zo lijkt het. Op de hoofdweg (de dorpstraat zeg maar) slaan we linksaf op Carr Av. Een smalle weg, slingerend tussen beboste heuvels, hier en daar is een boerderij met honden aan een ketting of achter een hek. Zodra we op Anzar road komen houden we halt. Spannend de eerste nacht wildcamperen. Opnieuw... Als we avondeten willen koken blijkt de brander niet te werken. Ook niet met de gebruiksaanwijzing erbij. Maar we hebbe nog een zak Doritos. Leven is concessies doen.

Dag 15 - Studeren in Santa Cruz

Dag 15 / 26 april woensdag

Van Pigeon Point naar Santa Cruz

De ochtend is bewolkt. Niet wat de krant voorspelde, maar als we eenmaal goed op gang zijn komt de zon tevoorschijn. Het is heerlijk rijden langs de kust, nu met de wind in de rug. En al dat groen! Na zo'n 25 miles rijden we santa cruz binnen. Ik neem wat foto's die ik eerder niet had genomen, en we vragen naar een fietsenwinkel. Preston heeft een nieuwe trapper nodig en er moeten wat moertjes worden aangedraaid.

Na een rondje over de boulevard en een uurtje op het strand waarbij we manmoedig toenadering proberen te zoeken tot een stel zeemeerminnen op het strand, maar ijskoud worden weggestuurd, komen we bij the Bike Church. Een heiligdom waar de eigenaar van een stalen tweewieler ongestoord kan knutselen en sleutelen aan zijn of haar trots. Daarbij gebruikmakend van het gereedschap van het pand, en de hulp van de daar aanwezig zijnde priesters.

Preston doet het allemaal rustig aan. Maar na twee uur heeft ie een nieuwe trapper (2e hands) en twee toe-clips. We hebben elkaar aardig wat te vertellen, en het lijkt erop dat ik goed gezelschap heb richting Yosemite. Hij vertelde me eerder dat hij een vriend had in Santa Cruz waar we konden logeren, maar na een hoop telefoontjes, zitten we nog steeds met een antwoord apparaat. (Waar kennen jullie dat van, Arthur en Joris :-) We eten een slice pizza, het is inmiddels zeven uur geweest, en rijden wat rond door het centrum. Bij een kerk worden we toegeroepen. Of we honger hebben? Een paar minuten later zitten we met een groot plastic bord aan een tafel tussen de daklozen. Sommige wat raar, anderen rustig etent met wat argwanende blikken naar onze fietsen.
Ik heb een interessant gesprek met een van de vrijwilligers. Over politiek, amerika, democratie en servie. De gemoederen lopen hoog op terwijl we de toekomst van de wereld bespreken maar gaan met wapenstilstand uit elkaar.

Eindelijk bereiken we Zach(erias). Een waar studentenhuis. Het gras in de voortuin is netjes gemaait, en er is niets vreemds te zien va buiten, maar binnen komt ons een walm van oud bier, wiet en sigaretten tegenmoet. We kijken televiesie tot laat in de nacht. Baseball, Southpark & the Daily Show. We eten chips, lucky charms en spoelen door met bier. De bank is wonderbaarlijk zacht.

Thursday, April 27, 2006

Dag 14 - Een lift naar Pacifica

Dag 14 / 25 april - dinsdag

Van San Francisco The Mission naar Pigeon Point Youth Hostel - ca. 40 miles

Zondag avond - ik was druk in de weer met inpakken, toen de telefoon ging. Het was Preston, of Amy thuis was? Preston is het best te vergelijken met Bob M. hoewel iets lichter van huid. Ik had hem vaag gezien in een japans restaurant waar ik met amy en jeff was gaan eten en later in de "Bike's Kitchen", een werkplaats voor enthausiaste fietsers, zoals ik, die elkaar helpen hun dierbare tweewieler te verzorgen.

Waarschijnlijk herinnerde hij zich vagelijk mijn fietsplannen na San Francisco en vroeg waar ik ook al weer naar toe ging. Ik dreunde quasi nonchalant 't bekende rijtje op; Yosemite, Death valley, Vegas, Grand Canyon, Zion, Brice, Salt Lake City and maybe even Yellostone. Vijf minuten later was Preston (mentaal) klaar voor zijn eerste fietstour. Hij zal me waarschijnlijk vergezellen tot Yosemite.

Dinsdag ochtend - ik wordt wakker om kwart voor negen. Ietwat laat, gezien ons streven om 10.30u te vertrekken, maar een goed begin is het halve werk, uitgeslapen dus. Een wat hectisch anderhalf uurtje volgt, waarin ik op topsnelheid 't postkantoor - voor een pakketje naar huis - naar Montgomery St. - om een geleent boek terug te brengen - en naar Market St. om op 't laatste moment een palm handheld computertje te kopen. Ik heb immers gezegd dat ik iets ging verzinnen op dure internet cafés.

Dan via 't kantoor van Amy en Jeff - om hen nog eens te bedanken voor hun gastvrijheid - terug op Bank St., mijn thuis van de afgelopen 5 weken, Laatste loodjes gepakt, fiets in de pick up van Leo en naar huize Prestons. Inmiddels is het twee uur geweest, maar toch is het nog even wachten op mijn aanstaande fietspartner. Hij ging dan ook in een dag van een stadsfiets naar een volledig uitgeruste tourbike.

Leo zet ons af in Pacifica, een stadje onder San Francisco. We sjorren Prestons tassen wat steviger aan zijn fiets, die ondertussen tenminste twee keer moet plassen en verteld dat hij een kleine blaas heeft, en ik ben back on the road! Voor een half uur tenminste. Want als we bij Devils Slide aankomen, een rare kronkel in Hgwy 1, heuvel op, blijkt deze gesloten te zijn. Met een enorm bord dat extra waarschuwt: zelfs voor fietsers.
Maar niet getreurd want we laten ons goed informeren bij het amerikaanse equivalent van de Boerenbond, om daarna een mountanbike trail te nemen, parrallel aan Devils Slide. Waar een wil is, is een fietspad, ook al is het stijl, onverrhard en levensgevaarlijk. Op de top van de heuvel zien we Montara lighthouse, waar ik vijf weken geleden overnacht heb.

Al gauw zijn we weer op de highway. En aangezien het tegen zessen loopt zetten we er flink de vaart in. We hebben drie uur tot het donker is. Terwijl ik geniet van mijn eerste mijlen zie ik hoe het landschap verandert is sinds maart. Overal bloemen in de berm, kniehoog lentegras en een heerlijke lentegeur in de lucht. Ik zag er eerst wat tegen op om 'terug' te fietsen, maar dit is een totaal verschillende route.

We stoppen eenmaal kort om een boterham te eten, en om half negen zijn we in Pigeon Point Youth hostel. Op weg naar het avond eten verteld een man die zich zelf OD noemt (ca. 35 jr) over de rechtzaak die hij morgen zal voeren tegen zijn ouders. In het kort, zijn vader probeerde zijn schedel te kraken met een vaas van zijn moeder en toen dat niet werkte haalde hij zijn geweer uit zijn slaapkamer. Gelukkig hoorde OD hem laden en rende weg uit zijn ouderlijk huis, zijn dochtertje daar achterlatend. Zijn moeder weerhield haar man ervan hem in de rug te schieten. Maar toen hij later belde om zijn dochter op te halen, wilden ze haar niet af staan.
Dit is de kortst mogelijke samenvatting. OD vertelde het zeer levendig met een hoop flashbacks, zijweggetjes en afbuigers terwijl hij heen en weer over de bank verhuisde. Ik denk dat hij behoorlijk zenuwachtig is voor morgen. Zijn ouders hebben een advocaat, hij niet. Ik wens hem succes.

Na een bord aardappel puree en bonen zoek ik mijn bed op. De eerste dag van mijn herstart zit erop.

Sunday, April 23, 2006

Dag 13 - Aankomst in San Francisco

Trouwe & geduldige lezer,
Vandaag, al weer meer dan een maand geleden geleden, fietste ik voor het laatst onder volle last. De rit van de jeugdherberg tot San Francisco was pittig: veel verkeer en een slechte berm. En heuvels natuurlijk. Maar ik had een doel. The Golden Gate Bridge. In een voorstadje haalde ik wat muesli en een pot peanutbutter. Nadat ik me ervan verzekerd had dat ik de voordeligste aanbieding in mijn handen had vroeg ik de vrouw voor mij of ik haar klantenkaart mocht lenen.
Terwijl de kassaman met een glimlach en zijn blik op oneindig geduldig en behoedzaam haar lange reeks boodschappen scande en in tasjes vleidde, hoorde ze me uit over mijn reis.
Toen ik haar vertelde dat ik toch echt het hele stuk zou fietsten (en voor een deel al gefietst had natuurlijk) nam ze me nog eens in m'n geheel op, en zei tegen de kassaman op een wat moederlijke toon dat ie mijn boodschappen maar op haar rekening moest zetten. Een weinig overdonderd door deze aangename verrassing hoorde ik een man grappen dat ze zijn boodschappen ook wel mocht betalen. You don't look like you need it. - was haar antwoord, wat ik op dat moment nog niet helemaal begreep.
Maar goed, tussen mij en de GGB lag nog zo'n 15 mijlen stad die overbrugd moesten worden. Ik had wat dat betreft geen goede herrinneringen aan LA. Maar San Francisco is goed te doen. De wegen zijn breed en open, en een groot deel beschikt zelfs over een bike lane. Heerlijk om zo nu en dan naar de befaamde rode brug te kunnen vragen.
Tussendoor probeerde ik max te bereiken hopende bij hem een slaapplaats te krijgen voor de eerste nacht, wat na een aantal keer ook lukte. Nu ik een slaapplaats had, was de weg vrij voor een glorieuze rit naar de andere kant van de baai. Halverwege de brug parkeerde ik mijn fiets tegen een van de enorme pijlers. Met de wind in mijn gezicht de zon op m'n bol en de oceaan achter de mond van de baai, leunde ik over de reling en haalde diep adem voor een langgerekte zucht.
En ik zag dat het goed was.

Saturday, April 22, 2006

Dag 12

Dag 12 / zaterdag 18 maart

Van Watsonville Golfterrein naar Point Montara Lighthouse - 95 miles
Totaal: 613,6 mijl. Wind: tegen

Om 3 uur 's nachts wordt ik wakker. Ik besluit net weer in slaap te vallen als ik me herinner waar ik ben. Weg slaap. Langzaam, maar onder hevige stress begin ik de tent in te pakken. Even petzelen is noodzakelijk als ik mijn fietsensleutel in het gras laat vallen. Als ik eenmaal op de weg ben kan ik opgelucht ademhalen. Omdat het onmogelijk fietsen is in de kou en mist en het al 5 dagen geleden is dat ik iets aan het thuisfront heb laten weten ga ik terug naar het tankstation van gisteravond, om daar de telefooncel te gebruiken. Die doet het niet.

Op goed geluk fiets ik door de mist. Na een paar mijl tussen de artisjokkenvelden gefietst te hebben kom ik weer in een klein stadje. In een 24h laundry service probeer ik nog een keer te bellen. Maar ook die telefooncel accepteerd mijn gesprek niet. Maar hierbinnen is het tenminste warm en licht. Een half uurtje later probeer ik het nog een keer. Weer niks. Maar als ik buiten om de hoek kijk zie ik dat er in het zelfde gebouw een mexicaans bakkertje zit. Ik keten mijn fiets vast aan de eerste de beste bereidwillige lantaarnpaal en geniet al gauw van een beker hete thee en mexicaanse broodjes. Precies wat ik nodig heb. Ik koop een telefoonkaart en bel vanuit de bakkerij naar huis. Het is kwart voor 6. Fijn om even een bekende stem te horen. Al vraag ik me af of ze nu geruster zijn thuis. Ik ben moe en kapot met nog zo'n 100 mijl voor de boeg tot San Francisco.

Door (weer eens) zeer spaarzame plaatsing van de fietsroute bordjes besluit ik om een stuk de snelweg te nemen. Na een paar afritten wordt het erg druk en daarbij geeft een bord aan dat er hier een gebouw van de highway patrol in de buurt zit. Omdat ik bij god niet weet hoe ik santa cruz moet komen anders dan de snelweg trek ik mijn stoute schoenen aan en fiets de snelweg weer op. De luidspreker van een politiewagen dwingt me al na zo'n 100 meter tot stilstand. "You're not alowed to drive on the freeway..." klinkt het. Of ik het verboden-voor-fietsers bord niet gezien had. Ik moet er vrij hulpeloos uit zien met die wallen en m'n harrypotter brilletje want na een meewarig lachje wijst de agente me de goede weg.

Voordat ik verder ga doe ik m'n lenzen in en kom zowaar terecht op een fietsroute naar Santa Cruz. Het is een mooi stadje aan de kust, met ongewoon veel fietspaden. Over de boulevard kom ik via een oude boerderij terug op Highway 1. Wind tegen? Zeg maar Katrina. Zelfs heuvel af moet ik flink trappen om vooruit te komen. Dag San Francisco (nog 67 mijl.)
Ik trap uit alle macht, maar kom niet verder dan 8/9 mijl/u. Bij Pigeon Point geef ik op. In een wegrestourantje eet ik een egg/bacon sandwich a $9.15, een cola en een bananensplit toe. Samen $ 18,40. Ik doe extra lang over 't eten. Het is pas 1 uur en ik heb geen energie meer over. De serveerster verteld me dat er vlakbij een jeugdherberg zit in een oude vuurtoren, twee mijl verderop. Maar als ik daar aankom is het pas half twee en ik kan geen kamer krijgen voor 16:30u.

Ik denk aan de jakuzzi en fiets door. Het is nog 30 mijl tot aan half moonbay state beach. Wild camperen is geen optie gezien de overuren die mijn zweetklieren maken vandaag. Na tien mijl, terwijl ik mijn fiets vloekend de zoveelste heuvel op duw en van pure ermoei niet meer weet waar voor of achter is, komen me een paar wielrenners tegemoet. Wie, wat en waarnaartoe...? (het gebruikelijke verhaal.) Of ik wat repen wil. (ja, graag!) Of ik een lift wil? (wonderen bestaan!). Dat laat ik me geen twee x vragen, en na een korte maar stijle afdaling tillen ze mijn fiets en tassen in een van hun wagens, stoppen me nog een appel en wat extra repen toe en wensen ze me nog een goede reis. en van het een op het andere moment zit ik in grote amerikaanse pick-up. Kathie (mijn chauffeur) verteld me over haar fietstochten terwijl we met zo'n 80 mijl/u richting half moon bay rijden. Als we bijna bij de state beach zijn, zegt ze dat er een erg mooie youth hostel is aan het eind van de baai, ook bij een vuurtoren. Of ik daar naar toe wil? "And you know what?, I'll pay for your night." Ik weet niet meer wat ik moet zeggen.

Als we in de jeugdherberg te horen krijgen dat er net een kudde jappaners is gekomen, en dat ze vol zitten, lobby't Kathy net zo lang tot dat ik in de gemeenschappelijke ruimte mag slapen. Ik bedank haar uit de grond van mijn hart, maar ze wimpelt al mijn woorden weg onder het mom dat ik dat ook voor een ander zou doen, geeft me nog een stratenboek van california en verdwijnt met ronkende moter naar het zuiden. Nadat ik mijn spullen in een hoek gestapeld heb wandel ik wat rond tussen de houten huisjes die samen de jeugdherberg vormen.In de keuken besef ik me dat ik geen ontbijt heb voor morgen, maar vandaag schijnt mijn geluk geen einde te vinden, want als ik een paar gasten vraag of er een supermarkt in de buurt zit, bieden ze me spontaan een deel van hun ontbijt aan. Na het avondeten ga ik op de bank liggen, mijn slaapplaats voor vanacht - en lees wat in siddharta. Een stel uit San Francisco geeft me een doos chocolade-amandelen-met-kaneel. Een mens heeft niet veel nodig om gelukkig te zijn...!

Dag 11

Dag 11 / vrijdag 17 maart

Van BigSur S.P. naar Watsonville golfterrein - 56 miles

Ik wordt gewekt door grote regendruppels. Het water wordt hoog boven mij opgevangen door de reusachtige roodbruine bomen, waar het zich verzameld tot het zwaar genoeg is om de weg naar de bemoste bodem te vervolgen. Aangezien mijn slaapzak lekker warm is en ik nog maar weinig heuvels in het vooruitzicht heb - zo was mij verteld -, blijf ik nog maar een uurtje liggen. Als ik om 9uur op de fiets zit is er niet veel meer over van de regenbui. Het is heerlijk rijden door al het groen van Big Sur. Dennegeur, goede bochtige weg en niet teveel auto's.

In Monterey mis ik een bordje zodat ik een half uur heuvel op moet op een erg drukke weg zonder berm. Via een binnenweggetje en zowaar een heus fietspad door dampende bossen, kom ik terug op de route. Ik heb honger gekregen, en daar dient zich, geheel onverwachts, een McDonalds aan. Ik herrinner me de aanbeveling van deze of gene in nederland dat de kwaliteit hier een stuk hoger ligt. Met een knorrende maag voel ik me goed genoeg voorbereid op deze test, parkeer mijn fiets voor het raam en stap vol goede moed het huis van de Gulden M binnen.
Ik besluit tot een breedte test: 1 BigMac, 1 McChicken, 1 grote friet, 1 Dubbele Cheeseburger en een Minute Maid Sinaasappelsap (ik ben tenslotte een atleet) Klaar voor de start?

Het enige verschil met nederland is dat ik hier met dollars betaal. Zonder te kauwen slik ik happen burger weg. (de term fast food is wel degelijk van toepassing.) Benieuwd hoeveel ik naar binnen kan werken haal ik nog een McChicken (ok. genoeg).
Met een protesterende maag stap ik weer op de fiets. N.v.h.v. (nietvoorherhalingvatbaar).

Een heel aardig fietspad langs de kust brengt me op weg naar Santa Cruz. een wielrenner met een gebroken heup leent me zijn fietspomp - mijn achterband was wat slapjes - en fietst een stuk met me mee. Bij een (let op) artisjokkenkraampje eet ik french fried artisjok hearts. Lekker maar te duur. Het fietsen wil niet echt meer lukken, en ik peddel maar een beetje tegen de wind in. Als ik bij een tankstationnetje ergen tussen Monterey en Santa Cruz, een ijsje, chips, snickers en gedroogd vlees naar binnen heb gewerkt is het welletjes. $10,- per dag voor voedsel! Dat is genoeg.

De 'verkoper' in het tankstation is 17 jaar. Hij werkt hier voor zijn ouders, die het tankstation bezitten. En wat al sinds mensenheugenis in het bezit is van de familie. (De amerikaanse heugnis gaat niet zo ver terug) Als hij hoort dat ik uit nederland kom ("is dat niet in de buurt van amsterdam?") begint hij enthausiast over wiet te vertellen. Jezus, alsof dat alles is! we hebben ook tulpen, hoor.
Dan laat hij me vol trots zijn nieuwe auto zien. een witte. En een stukje verderop zijn vorige auto, groen en total loss, over de kop. En daarvoor had hij al twee andere auto's. Ik vraag maar niet wat daar mee gebeurd is. Het wordt langzaam aan donker en er is geen camping te bekennen. Ook zit ik niet meer op de route en ben omgeven door industrie terreinen en artisjokken velden. Ik rol van de heuvel af en net als ik overweeg om in een hotel te overnachten lokt aan de andere kant van de weg een heerlijk groen, gemaait en gezaaid golfterrein op. Wat doe je in zo'n geval? Nou ik fiets door, ik laat me niet in mekaar meppen door het neefje van de eigenaar.
De eerstvolgende zijweg die ik neem brengt me tussen grote opslagtanks met vloeibare gassen en loopt uiteindelijk dood. Overal staan goedkope gebouwen omgeven door hondehokken en hoge hekken. Het is aardedonker nu, onder een lantaarnpaal bekijk ik mijn opties om tot de conclusie te komen dat ik die niet heb. Niks kiezen of delen.
Een half uur sta ik in de berm te twijfelen en begin het behoorlijk koud te krijgen. Met naast mij het lokkende gras van de plaatstelijke golfvereniging. Dan: als er even geen politie of auto's met informanten, bekenden en vrienden van de eigenaar voorbijkomen duw ik mijn fiets tussen de eiken door het gras op. Goddank dat ze hier en daar wat bomen laten staan, zodat bekakt amerika af en toe naar zijn ballen kan zoeken. Tussen een een paar bomen en de muren van een bouwterrein begin ik aan de onmogelijke taak mijn tent in het pikkedonker op te zetten. Ik kom een heel eind, maar op een gegeven moment moet toch mijn petzl er aan te pas komen. Een stuk verderop blaft en hond.

Als ik eenmaal in mijn tent lig is het half negen. Ik slaap in vol met bange gedachtes, over mannen met knuppels, advocaten, politie en mexicaanse gevangenissen. Het zijn harde tijden voor avonturiers.

Monday, April 17, 2006

Fietserslatijn: "Einzigartig"

"Einzigartig"

Groene velden, dauwdrupels - glinsteren aan een grashalm
Bergtoppen, wit - als de vleugels van de albatros.
Meren, stil - als een spiegel, wolken
drijven op een blauwe lucht,
en ik fiets.
Regen, en wind - van alle zijden,
de aarde - ademt dampend
vlagen - warme lucht doorzeeft met zonnestralen,
goud op groen maakt zilver,
en ik fiets.
Mensen - mannen vrouwen, oud en
jong - huilen, lachen, zijn!
Huizen - soms eenzaam, grauw, soms onbewoond. En soms,
een blauwe brievenbus, of bloemen voor het raam,
en ik fiets.
Alles vreemd, (en) steeds opnieuw
door dagen, weken misschien zelfs een heel
leven - steeds opnieuw
blijft alles:        "Einzigartig",
net als ik...

Sunday, April 16, 2006

Dag 9 & 10 - Kastelen, Cappucino & Kliffen

Dag 10 / donderdag 16 maart

Van Hearst Castle naar Pfeiffer Big Sur State Park - 64 miles

Als ik om 6uur opnieuw wakker wordt is dat door de zeehonden. Een vreemd, ongewoon geluid. Ik vertrek met een sinaasappel als ontbijt om een beter plekje te zoeken, voor de crunchi. Ik passeer een vuurtoren uit 1890, doet 't nog steeds. Onder een bewolkte hemel peddel ik rustig tot 't ontbijt. Vandaag veel melkpoeder: het wordt heuvelachtig!
Al gauw flink klimmen, als ik in Ragged Point op de kaart kijk zie ik dat de komende 100 mijl tamelijk verlaten is: Een groot natuurpark, onherbergzaam, met stijle kliffen en wilde golven. Aan een vrouw die foto's aan 't nemen is langs de weg vraag ik om water. Hoewel ik in hearst castle alles had bijgevult sta ik al weer bijna droog, door het continue klimmen. Ze geeft me niet alleen water, maar ook vier kant en klaar maaltijden en chocola. Ik geef haar twee sinaasappels. (Sta ondertussen toch al stijf van de vit. c)
Culinaire problemen voorlopig opgelost!

Terwijl ik zwoegend en zwetend een van de vele heuvels beklim wordt ik ingehaald door een lachende wielrenner met z'n pokke fiets van 5 kilo! Ha!

Ondertussen geniet ik met volle teugen van de natuur. Heerlijk groen en fris, afgeswiseld met grijze of rode steen. In Plaskett Creek zie ik de eerstge redwoods, de reusachtige bomen met zachte rode schors. Ik rust in een State beach camping waar een echtpaar met een camper zo groot als een tourbus twee van mijn kant en klaar maaltijden (pasta met een soort kip) voor me opwarmt in hun magnetron, en me een homemade hamburger toe geven. Heerlijk dat camperen. Maar dit is niet mijn stop voor vandaag.

Gesterkt door dit middagmaal vervolg ik mijn weg. En net als ik erover denk een 4 uurtje te gaan gebruiken wacht me een verassing. Tan (de vriend van John en Carol) komt me tegemoet gereden met een lunchpaket.Een appel, chocola, notenmix, gedroogd fruit, marshmellow reep en twee sandwiches. Ze dachten dat ik dat wel kon gebruiken.
Nou, en hoe. Wanneer ik de boterhammen verorber wacht me nog een verrassing: pindakaas met sla en een dikke laag mayonaise... Maar een gegeven paard...

Ietwat misselijk begin ik aan de laate 15 mijl naar Big Sur. Na een lange, laatste klim wordt ik midden in mijn afdaling staande gehouden door twee lifters die al uren tevergeefs aan de rand van de weg staan. (18 jr.) Ze bieden me aan mee te eten. Kaas en een mex. pannenkoek. Ik moet nog aan m'n lijn gaan denken.
Ik geef ze wat tips en na de afdaling voltooid te hebben zet ik mijn tentje op, midden tussen de gigantische Sequoia's. Na een heerlijke, warme douche voel ik me als herboren. Met mijn dagboek onder m'n arm wandel ik naar een restraurantje in een soort blokhut op de camping en bestel een salade en een kop thee. Ver boven mijn budget, maar verdient.
Een ober bied me warme taco's aan, met een lekkere vruchten salsa. Op kosten van het huis! het kan niet op vandaag.


Dag 9 / woensdag 15 maart

Van Pismo S.B. naar Hearst Castle - 70 miles

Na een kop thee, sinaasappels en muslie met poedermelk voor ontbijt, en moeizame eerste mijlen, fiets ik onder een stralende zon San Louis Obispo binnen. Een erg mooi stadje, niet ver van de kust, waarbij unbedingt een bezoekje moet worden gebracht aan Marcie's Coffee Corner. Een klein pitoresk café'tje met zelfgebakken cake: brownies en bananenkoek, en heerlijke cappucino.

Al gauw terug op Hgwy 1, slingerent tussen en over heuvels. Af en toe een groot billboard naast de weg met de plaatstelijke casino, of adult club. Een zeearend vliegt vlak over mijn hoofd, misschien vertrouwt hij mijn hoed niet, en wat later zweeft een pelicaan met langzame vleugelslagen een paar minuten met me mee.

Als ik net aan mijn zachte, zoete (kleffe) boterham wil beginnen, draait er achter mij een auto de priveweg op. Als de oude vrouw achter het stuur verneemt waar ik naar toe kom en vandaan kom, nodigt ze me uit om een kijkje te komen nemen in de abelone farm van haar man. Ik weet nog steeds niet wat abelone's precies zijn, behalve erg duur en een soort schelpdieren. Het echtpaar Alexnder, Carol en John, was erg vriendelijk, en na een uitgebreide lunch en een goed gesprek bied Tank, een vriend van hen, me aan om me een lift te geven, om de 'verloren tijd' weer in te halen. Maar niet voordat ik van Carol een uitgebreid lunchpaket krijg toegestopt, en een boek over haar man evenals de krant van vandaag. De voorpagina is grotendeels in beslag genomen door een interview met de oud-adviseur van president Reagan (ja, de acteur). John Alexander...

Het is half 4 als ik in Hearst Castle aankom. In een notendop: Het huis van William R. Hearst, begin 1900, steenrijk door bezit van 90% van de amerikaanse media. Houdt van: hollywood actrieces, mediterraan europese architectuur, tennis, marrocaanse badhuizen en ketchup...
Voor $20,-- een rondleiding met gids. Zeer de moeite waard, alleen al voor het uitzicht. (http://www.hearstcastle.com/)

Om half zes nog een paar mijl op de fiets. Op een strandje wacht ik tussen zeehonden en walrussen tot het wat donkerder is, en zet mijn tent op in een wat lager gelegen berm. Spannend de eerste x wild camperen. Midden in de nacht wordt ik wakker, sta op, en wandel in de volle maan naar het strand. Alles slaapt. De zeehonden, de meeuwen, de zebra's op het landgoed Hearst, de bomen, het gras... De oceaan ademt zachtjes ruisend, en neemt alle angst in mij weg.
Ok, bíjna alle angst.

Saturday, April 15, 2006

Dag 8

Dag 8 / 14 maart - dinsdag

Van El Capitan S.B. naar Pismo S.B. - 80 miles, 376 miles zover

Om 7 uur fiets ik weg bij de camping. Enerzijds omdat ik meer en meer gewend raak aan het opstaan met de zon, anderzijds omdat het me 5 dollar scheelt omdat de Park Ranger nog niet in zijn hokje zit om deze tijd. En wie het kleine niet eert...

Het landschap wordt groener nu. Rechts glooiende heuvels, links nog steeds de oceaan. De palmbomen worden schaarser -en kleiner-, naarmate ik verder naar het noorden kom. Soms zijn ze niet meer dan grote varens. Ik houd mijn fleece aan vanwege de kou, maar de felle zon in combinatie met de aanhoudende noordewind zorgt ervoor dat mijn vingers, gezicht en oren, ondanks de zonnebrand, behoorlijk kleuren.

Er is weinig verkeer op de snelweg, waardoor het aangenaam fietsen is. Op een afrit zit een enorme gier. Niet zo'n suffe uit de dierentuin, maar een echte! Met glanzende zwarte veren, en zo'n typische nek en haakse snavel. Hij doet zich tegoed aan de darmen van een dood vosje. Gruwelend van dit tafereel, ga ik in allerijl op zoek naar mijn camera, maar zodra ik 'm te pakken heb, vliegt de aaseter naar electriciteitspaal aan de overkant van de weg.
Daar sta je dan met je 3x optische zoom... Niks foto!

Dan maakt de snelweg een bocht, het binnenland in, en nader ik - naar wat ik later hoorde - de gevaarlijkste tunnel van midden california (een kans van 1 op 2, zeg maar). De vluchtstrook verdwijnt langzaam in de -ineens akelig smalle- rechter rijstrook. Vlak voor de tunnel rij ik de berm in om mijn lichten te ontsteken, mijn helm wat steviger aan mijn kin te snoeren, en een schiedgebedje te doen. Zodra er geen verkeer aan lijkt te komen -al is dat wat moeilijk te zien door alle bochten- ga ik op m'n pedalen staan om in de 5e versnelling de tunnel in te sjezen. Om een beeld te geven: ik, op m'n fietsje op de rechterrijstrook, daarnaast een summier voedpad -dat meer lijkt op een wat breed uitgevallen stoeprand- en links een rijstrook waar evt. auto's hopelijk gebruik van maken. De gele lichten en hellende muren maken het zo mogelijk nog benauwder.
Een gegrom achtermij zwelt aan tot een oorverdovend geraas en gerommel als een gigantische tankwagen mij rakelings passeert in z'n inhaal manoevre. Nu ben ik echt bang. Ik denk aan mijn moeder en krijg de neiging mijn ogen dicht te doen, heroverweeg dit, probeer een melodie te verzinnen op "van de regen in de drup", en vraag me af waaraan ik dit karma te danken heb... God zij Genadig!

God was genadig. Tot zover althans. Na de tunnel verlaat ik de snelweg, om na een klim waar geen einde aan leek te komen te genieten van een heerlijk lange gestage afdaling in een vallei. Bruine koeien, grazen glazig starend, adelaars, met machtig grote vleugels cirkelen krijsent om de heuveltoppen, grillige grauwe bomen begroeid met grijsgroene mossen, waaiend als wieren in de wind... En dit alles onder een grijs wolkendek.

Ik ben blij als ik in de voormiddag Lompoc binnenfiets. City of art & flowers zegt het vrolijk gekleurde naambord. Voor dat laatste ben ik waarschijnlijk te vroeg, maar een grote schuur aan de rand van het stadje, prijkt met een grote schildering op de muren, waarop de lokale bevolking het dankbare ambacht van de landbouw uitoefend. De boer en zijn knecht leiden het paard met ploeg over de akker, zijn vrouw en dochters oogsten grote, rijpe appelen en peren, terwijl de jongsten al speulend de verkens en kippen hoeden.
Als ik wordt ingehaald door een reusachtige tractor, met dubbele banden, vierwielaandrijving en gps besluit ik verder te gaan. Ik zwaai naar de chauffeur, maar weet niet zeker of hij me kan zien...

Tijdens de lunch in een parkje wordt ik in het frans aangesproken door een wat behaarde man op leeftijd. Gelukkig spreekt hij ook engels. Erg enthausiast zegt hij dat 'ie wel een shortcut weet naar santa maria, maar mijn vertrouwen in hem daalt aanzienlijk wanneer hij mijn -al niet zo stabiele- kaart drie keer verkeerd openvouwt, en me de enige mogelijke route laat zien. Als hij me een overnachting aanbied in Santa Maria t.b.v. international relations (of zo), bedank ik hem dan ook vriendelijk maar zeg dat ik nog wat meer mijlen wil doen vandaag.

Ik vul mijn vooraat aan met een nieuw brood en een pak muesli en vervolg mijn weg richting Guadeloupe. De weg daarnaartoe is lang, en voor een groot deel kaarsrecht. Nat van een regenbui stop bij een aarbijenstandje. Omdat de mexicanen me niet goed verstaan vertel ik voor het gemak dat ik naar canada ga, ook ver. Ze begrijpen niet goed waarom ik dat hele stuk op de fiets doe. (letterlijk: "met de auto ben je er in 18 uur"). Maar om me te steunen geven ze me een kilo aarbijen en wat sinaasappels voor niets! Ik besluit lang van dit kado te gaan genieten, en af en toe een rijpe aardbij te eten, maar na zo'n kilometer gefietst te hebben eet ik toch maar de halve bak. Dat scheelt weer gewicht, troost ik mezelf.

In, het dorpje Guadeloupe, in een landschap van aardbijenvelden, eet ik een burrito in een klein mexicaans winkeltje met een ijsje van rijst en rozijnen toe. Ik begin mijn benen aardig te voelen, en probeer een rustig tempo aan te houden. De volgende state camp is nog zeker 15 mijl heuvelland, zo'n 25 km. Pink Floyd, helpt...

De state beach ligt vlakbij de oceaan en is verlaten. Zodra mijn tentje staat beklim ik een dijk, waarachter zich een duinlandschap verbergt. Met blote voeten wandel ik riching zee en geniet van de laatste zonnestralen. Op de laatste duin ga ik zitten en wacht. Shine on me, crazy diamond...

Thursday, April 06, 2006

Dag 7

Dag 7 / 13 maart - maandag

Van Carpenteria Sate Beach naar El Capitan - 36 miles
totaal zover: 295,2 miles

Een prachtige zonsopgang droogt onze tenten en warmt ons op van een koude nacht. Danna is niet fit, ondanks (of dankzij) de Superol gorgel tabletten die ik haar gegeven heb. Om later niet meer te hoeven stoppen besluiten we om eerst een supermarkt aan te doen. Dave zoekt tevergeefts naar White Fuel, zijn brander slikt geen benzine, en ik probeer een rugzak om mijn bagage ruimte wat uit te breiden. Ondanks de meest ingenieuze ruimtebesparingen, lukt het me niet om voor meer dan 2 dagen eten mee te dragen. En dat zal, als ik eenmaal de kust verlaat, niet voldoende zijn. Paul schreef in zijn mail dat ik in het ergste geval kon rekenen op 5 dagen zonder huis of haard.
Maar ook ik kom met lege handen terug bij danna, die ondanks een grote beker starbucks coffee steeds bleker begin te zien. Ik bied haar aan om haar rugzak die onder een spin op haar bagagedrager ligt, over te nemen voor vandaag.

Toch komen we slechts langzaam vooruit. Elke heuvel is het 5 minuten wachten, ik houd dit niet lang vol op deze manier. Een tijdje fiets ik een paarhonderd meter voor hen uit, dat doet me goed. Links en rechts staan avocado bomen, vol met heerlijke kleine vruchten. De heuvels liggen hier wat verder van de kust, waardoor er meer ruimte is voor bebouwing en aardbeienvelden. Ik haal mijn mondharmonica tevoorschijn, en probeer wat deuntjes te blazen. Helaas ben ik nog ver verwijdert van Bob Dylan, het klinkt nu als een mengeling van beierse volksmuziek en een ontstemde mondharp.

In santa barbara komen we tot de ontdekking dat Danna's voorband lek is. Geen wonder dat ze bijna niet vooruit kwam. Geheel eigenhandig verwisseld ze haar binnenband. En voelt zich meteen een stuk beter. Vol goede moed beklimmen we de eerste de beste heuvel. Een hel. Na zo'n 2 km komen we tot de ontdekking dat dit niet de goede weg blijkt. Dit is Danna teveel, ze weigert ook maar 1 meter terug te fietsen. Dan besluit dave dat er nu hele maatregelen genomen moeten worden. Hij vist een laptop en de complete atlas van noordamerika (14e editie) uit zijn bagage. (wat hebben ze niet bij).
Met de routeplanner gaat hij op zoek naar een alternative route, die hij na zo'n half uur ook vind. Uiteindelijk besluiten we toch de heuvel weer af te dalen, (als compromis langs een andere weg) omdat ik een internet cafe wil aandoen, om wat aan het thuisfront te laten horen. In dit internetcafeetje ligt een aangename verrassing te wachten. Het is een mailtje van max, die me uitnodigt voor een bezoek aan hem in san francisco, zo'n 350 mijl. Dat betekend: een bed, een jakuzzie en kabeltelevisie! Een haakje: hij gaat 21 maart terug naar nederland.

Weinig tijd, tenminste 200 mijl heuvellandschap, en geen routebeschrijvingen meer: waar wacht ik nog op? Mijn beslissing is snel genomen. Toch valt het me moeilijk afscheid te nemen van dit canadese stel. We spreken af in san francisco, waar zij over 14 dagen zullen arriveren. Het is inmiddels 3 uur 's middags, de volgende state beach is 20 mijl. Om me fysiek en mentaal voor te bereiden haal ik een hamburger bij Carls Jr., vul mijn waterflessen en geef mijn benen de vrije loop.

2uur later - na highway, freeway en fietspad - stap ik met trillende benen af. De camping is direct aan zee, en vrijwel leeg. Ik zet mijn tent op, en wandel naar een bankje aan de oceaan. En terwijl een walvis een bruisende groet de lucht in stuurd, verdwijnt de zon langzaam, met haar prachtigste avondkleed, zacht sissend in de grote oceaan.

Tuesday, April 04, 2006

Dag 6

Dag 6 / 12 maart - zondag

Van McGRath S.B. naar Ventura S.B. - 12 mijl

Hoewel het 's nachts regende dat het goot, schijnt de zon 's ochtends vrolijk de tent binnen. Dave & Anna zijn al op en druk in de weer voor het ontbijt. Met een fris gewassen gezicht schaar ik mij aan de picknick tafel, om daar verwend te worden met heuse StrawberryPancakes. Dat een kant er wat outdoor-achtig uitziet doet er niet toe. Het is verbazingwekkend in wat voor tempo ze hun fietsen rijklaar hebben, gezien het grote aantal spullen. Voor vertrek staat me nog een verrassing te wachten, als ze allebij een minidisc speler met speakerset op hun voortasjes monteren. Van de een op de andere dag rijd ik tussen canadese underground en manu chou...

Na zo'n 7 mijl, op een akelig stijl heuveltje geeft dave's al niet zo stabiele achterwiel zijn laatste adem. Gezien het aantal resterende spaken en de ongezonde kromming van de velg besluiten we dat hier een fietsenmaker aan de pas moet komen. Benieuwd of het hier mogelijk is op zondag, en omdat het toch al laat is, en ik hier tenslotte voor vakantie ben besluit ik me definitief aan te sluiten bij dit reisgezelschap. Terug dus, ventura in.

In een alleraardigst fietsenzaakje met de schilderachtige naam Ventura's BIkeshop, leveren we Dave's - en voor de zekerheid ook maar Danna's - fiets af. Een nieuw achterwiel, nieuwe ketting en tandwielen voor Meneer, en de laatste twee ook voor Mevrouw alstublieft. Ook al hebben ze hun fietsen voor 200 dollar van Ebay gehaald, ben ik stiekem trots op mijn fietsje, die zich uitstekend gedraagd. Nog niet 1 lekke band in haar loopbaan. Maar ik zeg niks.

Om de tijd te doden, gaan we op zoek naar een mex. Ik mompel wat over een beperkt budget, maar zorgen zijn voor morgen, dus eten we alledrie de burrito special of the day. Met brandende lippen besluit ik om de volgende keer om de milde salsa te vragen.

Om 1 uur zijn we terug on the road. Dave is zo enthausiast over z'n nieuwe tandwielen dat hij - continu op en neer schakelend - vervaarlijk begint te slingeren en bijna de oceaan in rijd. Na een tijdje wisselen we het rustige fietspad in voor een b-weg. Waarmee ook de zon verdwijnt achter een dik pak wolken die we in Ventura al zagen hangen. In een groente en fruit kraampje langs de weg schuilen we voor de regen, en slaan een hoop advocado's in. (10 voor een dollar, maar niet groter dan mandarijntjes.) ALs de regen aanhoud, kopen we ook maar wat tomtaen, lemoenen, een ui, knoflook , jalepeno (groene peper) voor salsa en guacemole.

Zodra het opklaart vervolgen we onze tocht. Vrij snel veranderd de b-weg in een modderig zandpad wat uitmond op de vluchtstrook van een snelweg. Hier hebben we niet veel zin in. Al gauw komen we in Carpenteria, waar een State Beach camping is. De hike & bike is leeg, zoals gewoonlijk, op 1 tent na. Terwijl we de salsa snijden en de advocado's kneden komt er een figuur uit de tent tevoorschijn. De figuur is een oud-sergant uit Arizona, de laatste wild-west staat van amerika, die na een korte maar ongetwijfeld nauwkeurige inspectie van onze tenten en fietsen een gesprek met ons aanknoopt. Terwijl hij in zijn cowboy taaltje over zijn fietstochten verteld, hoe hij op en neer fietst tussen mexico en canada, over slaap problemen, en ritten midden in de nacht in de woestijn, verwonder ik me over zijn lichaamshouding. Er is iets afwachtends aan hem. Hij heeft een voet een pas vooruit en leunt een weinig op zijn achterste been. Hierdoor kijkt hij ons niet aan als hij spreekt, maar heeft zijn blik gericht ergens boven de palmbomen, alsof hij wacht op de dood of god of wie weet wat. Waarschijnlijk zal het een harde strijd zijn wanneer het op een treffen aankomt. Maar hij zal vechten, ook al is het zijn laaste strijd. Hij zal vechten, en wanneer de dood zich over hem heen buigt, hem recht in zijn benige aangezicht spuwen, om met een volhardende grijns ter aarde te worden gebracht.

Samen met Dave drink ik een halve flesTequila, die we in de supermarkt hebben gehaald, en geniet ondertussen van de salsa met tortilla's. Wanneer de maan kalme schaduwen op het gras werpt, en enkel we enkel nog de oceaan horen ruisen verdwijnt de sergant in zijn tent en komt tevoorschijn met een buil sjek en een zak wiet. De rook blaast hij met kalme maar kordate stoten riching de maan. Het leven is zoals het is: goed maar diagonaal.

Iets zegt me dat het klopt...

Friday, March 24, 2006

Dag 5

Dag 5 / 11 maart

Van Santa Monica Youth Hostel naar McGrath State Beach - 52 miles

Om 8:30u zit ik aan het ontbijt, en hoewel er nog veel te zien is (Disneyland, Hollywood, Beverly Hills) wil alles in mij weer op de fiets. Ik wordt op weg geholpen door wat verdwaalde bikeroute bordje, passeer een luxe woonwijk met brede straten met veel bomen en groen, enkele kuddes hardlopers (een massasport hier), beklim wat heuveltjes en kom met wat geluk op een fietspad tussen de oceaan en Highway 1 terecht.

Terwijl de lucht langzaam betrekt eindigt het fietspad plotseling, zoals dat hier wel vaker het geval is. Ik begin me bijna thuis te voelen op deze brede straten, die vergeleken met nederland erg rustig zijn. De weg slingert langs de kust, en verlaat al gauw de bewoonde wereld. De heuvels van grijs-rood gesteente en zand laten geen ruimte voor bebouwing.

Met flinke wind en de eerste regen tegen trap ik langs Leo Carello S.B., een van de staatscampings met Hike & Bike. Speciaal voor reizigers die zich op eigen kracht voortbewegen. (erg zeldzaam hier). Voorwaarde is dat je na 4uur 's middags komt en voor 9u 's ochtends weer vertrekt. Anders betaal je $25,- in plaats van 3-5$... Maar goed: wind en regen, 30 mijl op de teller, laat maar komen die ontwikkeling!

Mijn doorzetten wordt beloond. Na een uur stopt de regen en neemt de wind af. Ik verlaat de kust om een militaire basis te omzeilen. Vlak bij de hoofdingang staan tot mijn verassing twee fietsers met veel tassen op een kaart te turen. Het zijn de canadezen Dave & Danna (spreek uit: Deev & Denna). Dave bruingebrand, een wit (kletsnat) t-shirt, grote zonnebril, Danna minder bruin, regenjas en pet met daaronder donkere krullen. Beiden gezellig dik, en met een pak bagage waar je u tegen zegt. Kortom echte vakantie fietsers. Ik besluit om een stuk met hen op te fietsen, pauls email wijst de weg.
Hun bagage, geholpen door de wat krakkemikkige fietsen, vertaald zich in een rustig gangetje. Terwijl we praten over 'die gekke amerikanen' met hun mijlen en Farenheit, ontdekt Dave een klein aarbeien standje, waar we ook wat heerlijke, rijpe mango's inslaan.

In Port Hueneme halen we verse pasta, tomatensaus en italiaanse worstjes voor op de camping. Een paar mijl richting noorden. We willen er net onze tenten opzetten als een verschrikkelijke klap onze aandacht trekt. Een mexicaanse fam. in pickup heeft een andere auto (gelukkig ook een pickup) geramd. Terwijl de eersten onder luid geschreeuw en gehuil heelhuids uit de auto klimmen, staat de tweede auto midden op de weg met een compleet weggeslagen voorwiel, en lekt een vloeistof op het wegdek. Het andere verkeer ontwijkend open ik de deur, waarin een meisje van hoogstens 17-18 jr. huilend haar telefoon tegen haar oor drukt. Ik help het hoopje ellende uit de auto en doe de noodverlichting aan (of wat er nog van over is). Gelukkig is ook zij op het eerste gezicht ongedeert, maar verkeert wel in een soort shock toestand. Terwijl danna zich om de mex. bekommert, probeer ik met dave het meisje te kalmeren. Ze stopt me de telefoon toe, waarin een hevig geschrokken moeder mij om uitleg vraagt. Die heb ik niet, maar de nooddiensten zijn onderweg.
Wanneer de vader, beste vriendin en ambulance aanwezig zijn, gaan we terug naar de tent. Ook wij kunnen nu een kop thee en een warme maaltijd gebruiken. De wind zorgt er echter voor dat het bij een lauwe maaltijd blijft. Koud en moe kruip ik in mijn slaapzak.

Wednesday, March 22, 2006

Los Angeles

Dag 4 / 10 maart

A day off in Los Angeles

Ik wordt wakker in een kamer met 3 stapelbedden, een raam en een wastafel. Mijn horloge geeft 6.30u aan. Te vroeg... Ik rek het opstaan tot 9 uur, en neem daarna een luxe ontbijt in de jeugdherberg a $ 3,50. Tijdens het ontbijt wordt ik gade geslagen door enkele japanners. Als ik wat beter kijk zie ik dat het dezelfde zijn die gisteravond onder veel oh's en ah's mijn pasta allah chili con carne (uit blik) hebben geproeft.

We wisselen wat backpack termen uit, daarna vragen de twee dames of ik zin heb om downtown la te bezichtigen. Ik dacht dat ik niet erg enthousiast overkwam, maar ik moet me vergist hebben, want nadat ik anderhalf uur achter de computer had gezeten stonden ze klaar om te vertrekken. Met een smoes ga ik naar mijn kamer op zoek naar Mirco, een jongen uit venetie die om alles moest lachen. Hij was nu twee maanden in amerika en praat met een tongval die iedere amerikaanse moet doen smelten.

Hij trakteert me op een capuchino @ starbucks. Ik wil op zoek naar een basketball store om wat shirts en broekjes te kopen voor ronnie. Hij wil op zoek naar Gareth, een ongezond witte engelsman die ons gisteravond in de pub op bier trakteerde, en die constant op zoek is naar de combinatie van wiet en vloeitjes. We besluiten tot het laatste.
Na wat gestruin over de boulevard vinden we heb uiteindelijk in de jeugdherberg, en gezamelijk nemen we de bus naar het centrum, gareth voor vloeitjes, mirco voor de trein naar San Diego. In de bus ruil ikmijn muts tegen de jas van mirco en zeg hem gedag.

Downtown la is onwaarschijnlijk leeg. Veel winkels, met veel van hetzelfde. Net zoals de mensen. In een allertreurigst fastfoot restaurantje genaamt Pocco Locco haal ik mijn eerste mexicaans eten. Een grote vergissing. Gareth slaagt er in om nog bleker te zien. We doden de tijd door wat in de winkels te rommelen, kopen wat t-shirts (a 1$) en een hoed om mijn oren wat te sparen voor de zon.

Ondanks (of door) de wat kalme middag in la, kruipt er tijdens de busrit terug een gevoel van tevredenheid en geluk in mijn buik. Aan de andere kant van het gangpad zit een meisje met een mediteraan uiterlijk, en een prachtige lach. Terwijl ik twijfel over of en zoja hoe ik haar aan zal spreken vraagt ze langs de neus weg of ik weet waar 4th street is. Overompeld, bazel ik dat Gareth dat waarschijnlijk wel weet (sukkel), kijk met een rood hoofd de andere kant op (lafaard) en probeer daarna om me (zonder succes) in het ontstane gesprek te mengen.

Voor ik er erg in heb roept de chauffeur dat we er zijn (Santa Monica Boulevard) en moeten we eruit. Ik mompel een groet naar het meisje - nu in gesprek met de busdriver - en stap de bus uit. Terwijl Gareth honderuit praat over zijn handel in verdovende middelen in engeland - hij stuurt de nederlandse wiet vanuit duitsland naar engeland, om controle te ontduiken - erger ik me aan mijn stomheid. Dan, overmand door heroische romantiek, ren ik terug richting bushalte, gebaar heftig naar de chauffeur - die stopt - en verbaasd de deuren opent, zeg stamelend: You're the most beautifull girl.. draai me om (weer met een rood hoofd) struikel bijna over de stoeprand en verdwijn om de hoek.

Veel mensen drinken om te vergeten.

Aangemoedigt door gareth drink ik twee kannen heineken. Hij helpt mee. Hij begint te vertellen over Hooters, een cafe waar een beetje man toch wel geweest moet zijn. Omdat mijn eer toch al niet veel meer voorsteld, wordt ik een half uur later bedient door serveerters met a. te grote borsten b. te kleine kleren en c. een onwrikbare glimlach. Gareth verzekerd met dat dit een family restaurant is. Ik besluit hem niet meer te vertrouwen.

Een halve liter buttweiser rijker en te veel dollars armer, zitten we weer in de pub en speculeren over bush, vrouwen, wiet en vloei. Voel ik me meer man? Wat denk je zelf?
Maar dit is amerika, denk ik hardop, draai me om, en val uitgeput in slaap.

Sunday, March 19, 2006

Windstilte...

Amerika is toch niet zo wireless als ik dacht. Internet is moeilijk te verkrijgen -of erg duur-, waardoor de gelijkmatige stroom updates op mijn blog uitblijft, tot nog toe. Maar hier ga ik iets op verzinnen!

Ik zit nu in Point Montara Youth hostel, vlak onder San Francisco. Ik heb een hoop mensen ontmoet en het woord toeval langzaam maar zeker uit mijn woordenboek geschrapt. Ik heb geluncht op een abelone-farm 40 mijl boven San Louis Obispo bij niemand minder dan de adviseur van (oud) President Reagan en diens vrouw. Ik heb gefietst, ben gereden, heb gescholden, gehuild, gejuicht, geschreeuwd - kortom: geleefd!

Dit alles, en meer uitgebreid en exclusief, vanavond op 4000miles.blogspot.com!

Friday, March 10, 2006

Dag 1 tot en met 3

Er is al weer veel gebeurd sinds mijn laatste bericht. Dwz. voor het eerst op de fiets, alleen in de tent, gekookt op m'n brandertje en door camp pendleton gefietst.

Een overzicht:


Dag 1 / 7 maart

van San Diego: Point Loma naar San Elijo - 44 miles

De ochtend rituelen nemen veel tijd in beslag. Dus na, een douche, pancakes, internet en saying goodbye's vertrek ik om 11 uur bij de jeugdherberg. Ik moet nog wennen aan m'n zwabberende fiets, die zucht en steund onder de hoeveelheid bagage. Opzoek naar point Loma rij ik voor het eerst verkeerd. Rosecrans street brengt me naar een militaire basis, de dientdoende militair verteld me vriendelijk dat ik terug moet (een verdomd zware klim voor mijn ongetrainde benen) en de weg aan de andere kant van het schiereiland moet hebben. Dit blijkt wel de moeite waart. Het uitzicht is prachtig. Rechts van mij ligt de grote oceaan met wat wolken en een helblauwe lucht. Links een baai, met in de verte Mexico.

Nu kan ik beginnen. Heuvelaf (voor starters) nu. Een mooie fietsroute door San Diego brengt me voorbij de universiteit, de stad uit. De weg is breed nu, maar met weinig verkeer. naast mij slingert een treinspoor richting Los Angeles. Zonder verder noemenswaardige gebeurtenissen vind ik een camping in San Elijo. De weinig behulpzame Ranger wil me eerst $25 laten betalen, maar na wat aandringen zegt hij dat ze ook een plaats hebben voor hikers & bikers. Kosten: 3 dollar. Om 7 uur is het pikdonker, dus eerst de tent. Dat gaat beter dan ik dacht. Bij het vullen van de brandstof fles van mijn brander gaat het even mis. De pomp heeft zo'n hoge druk dat mijn beide handen druipen van de benzine. Gelukkig rook ik niet...

Even later lig ik moe maar voldaan in mijn tentje. Dag 1 heb ik overleeft.


Dag 2 / 8 maart

van San Elijo naar Doheny State Beach (bij San Juan Capistrano) - 49 miles


De dag begint wat grauw, toch koop ik een tube sunscreen, want de zon is behoorlijk fel. Ik neem me voor om me slechts aan een kant (links) in te smeren, zodat mijn kleur weer een beetje gelijktrekt. (ik ben nu volledig rood aan ocean side).

Het fietsen gaat lekker, ondanks een aanhoudende tegenwind. Een fietsroute neemt me even mee door Carlsbad, een behoorlijk luxe stad, met eeuwig groen gras en immer blinkende auto's. Het is er erg eenzaam.
Wat later wordt ik ingehaalt door een paar wielrenners. Ze racen flink door, maar vragen ondertussen honderduit over mijn plannen. Als ik wil kan ik met ze meefietsen door camp pendleton, een 200 vierkante mijlen grote militaire basis aan de kust. De militair bij de poort kijkt me een beetje vreemd aan. Waarschijnlijke is hij niet gewend aan halve roodhuiden met blauwe fietstassen en een verwilderde blik in hun ogen.

Terwijl links en recht jonge knapen de klimrekken en andersoortige speeltoestellen in worden gestuurd, begin ik flinke honger te krijgen. En -alsof de duivel er mee speelt- even later dient zich een bushokje aan. 11/2 uur, en een schaal mex. bonen verder stap ik weer op de fiets. Even dreig ik verkeert te rijden, maar Will, een vriendelijke soldaat in burger stuurt me terug. Ik geef hem mijn website.

In het wachthuisje buiten de basis vul ik mijn watervoorraad bij, en kom op een mooi fietspad. Hier kom ik Paul tegen. Een gepensioneerde Amerikaan die zelf ook graag fietst. Vorig jaar heeft hij een tour gemaakt van 4 maanden (toeval?) en heeft veel goede tips, en geduld terwijl ik boodschappen doe. Hij vergezeld me tot aan de camping. We wisselen gegevens uit. En een dag later heb ik een dikke email in m'n inbox liggen, met gedetailleerde info over mijn route tot sanfrancisco. (thanks a lot for that Paul, I'll mail you as soon as i get there.)
Op de camping ($3) krijg ik een maaltijd voorgeschoteld waar je u tegen zegt, terwijl ik enkel vroeg of ik wat water mocht warmen bij een stel met een camper. 's Avonds kijk ik op het strand naar de zonsondergang. Het zand is helder wit in het licht van de wassende maan. Achter me wuiven de palmbomen zachtjes in de wind. Paradise is not far anymore.


Dag 3 / 9 maart

Van: Doheny naar Santa Monica (LA) - 76 miles.

Een lange rit over route 101. Weinig gestopt. Smog, Sprite en tranen in LA. Daklozen, versleten mexicanen en olie raffinagerijen. Ik ben blij als ik aankom in de jeugdherberg. 's Avonds een Paulaner Hefe Weisse op een terasje op 3d street. Morgen a day of in LA. Tot over drie dagen.

Tuesday, March 07, 2006

Desert Day

Dinsdag ochtend / 7 march / 9 am.

Vandaag wakker om 7 uur. Ik twijfelde tot het ontbijt of ik nog een dag zou blijven in de jegudherberg. (een erg leuke overigens). Tot nu kostte het me al $50,-. Tijdens het ontbijt kwam ik een nederlands stel tegen dat richting mexico fietste. Toen ik net had besloten om dan toch maar te vertrekken, en San Diego te laten voor wat het was, vroeg een jongen die naast mij aan tafel zat of ik zin had om een stukje in de woestijn te fietsen. (Hij zag er ok uit, zelfs mama zou hem vertrouwen :-) Dus: waarom niet.

Tenslotte moest ik ook nog een heel eind door de woestijn, en nu had ik een veilig voorproefje omdat ik in de auto zou zitten. Zo gezegd zo gedaan. Uiteindelijk liet ik mijn fiets toch maar in de herberg, er zouden nog genoeg dagen komen dat ik puffend en zwetend door de woestijn zou ploegen.

Lynn (social worker, 40jr., verlegen) wilde eerst naar de zoo, zo'n 50 mijl buiten San Diego. Maar afgeschrikt door de entree prijs (28,50$) reden we (gelukkig) direct
door naar Anza-Burrego. Dit is een statepark, waar je voor 6 euro een mooie diashow over de woestijn, een paar enorme mammut schedels, en -met wat geluk- een paar wilde geiten te zien krijgt.

De wegen zijn trouwens precies zo als ik in de films. Lang, en kaarsrecht. Heerlijk rijden in zo'n dicke chevrolet! In het park 'hiketen' (lees wandelen) we door een uitgedroogde bedding van wat in de lente (jan.) een woeste rivier is, die keien ter grote van een auto met
gemak verplaatst. We hadden geluk vandaag, want onderweg zagen we een paar burrego schapen, die zich graag lieten fotograferen. Ook de hagedissen genoten van het warme weer.

Op de terugweg haalden we in een mini grocerystore midden in de woestijn een cola en waren tegen zonsondergang terug in de herberg.

Vandaag zal ik dan voor het eerst de oceaan zien. Zodadelijk fiets ik naar de lighthouse op point Loma. Dat is een mooi beginpunt.

Pepijn

Sunday, March 05, 2006

Welcome to America

Washington Dulles Airport, 3:52 pm / local time

"Donust is our last name, coffee our middle!", prijkt op de muur naast een van de vele koffiegelegenheden. En om de vooroordelen (cq waarneming) compleet te maken: "burgers our first..."

Ik zit nu in Washington Dulles, met een hoofd vol grint en branderige voeten, van het vele staan en zitten. Tot nu toe is alles goed gegaan, heel even heb ik mijn fietsje mogen vasthouden, 30 meter verderop moest ik haar weer afstaan zodat ze mee kon naar San Diego.

Zojuist heb ik me even opgefrist met een studenten douche, een tandenpoetsbeurt en een keelpastille. Nu zit ik op een amerikaanse maat stoel bij gate d15. Waar over 3 uur mijn vlucht naar SD vertrekt. Het zou evengoed c16 of a3 kunnen zijn. Ze hebben allemaal dezelfde suffe
vloerbedekking, afgezeten zwartleren stoelen, en grijs planfond.

De winkeltjes met fastfood en prullaria worden bemand door studenten of afro americans. Achter een kraampje waar je een credicard kan kopen die niemand wil zit een botoxoma. Compleet me roze lippenstift, goblondeert haar en gouden oorbelllen. (Maak het plaatje zelf maar compleet) Eigenlijk wil ik haar vragen wat ze verdient en hoe oud ze echt is, heeft ze geen pensioen? Maar ze zag er niet ongelukkig uit. Ze heeft zich verzoent met het lot. Wat moet je anders?

Al met al een vrij communistische indruk.

San Diego, Hostelling int., 12:26 pm / local time

Ik was 25 uur onderweg geweest toen ik afgelopen nacht bestoft en bezweet op mijn bed viel, maar gelukkig. Mijn fiets en alle bagage is aangekomen, dit heb ik rustig in elkaar gezet op het vliegveld, de banden opgepompt en ben met een slakkengangetje de stad ingefietst. Het weer is t-shirt warm, erg prettig na de winterse omstandigheden in nederland.

Het is zondag, maar de meeste winkels zijn open 24h. De supermarkt was schrikken, want het eten is meer dan tweemaal zo duur als in nederland. (Ik kan nog steeds richting zuid-amerika...), maar met een uitgekiende hoeveelheid boodschappen, zat ik uiteindelijk aan de 10 dollar. Vreemd dat mensen hier zo dik zijn, als een appel meer kost dan zak chips of pak donuts. :-)

Mijn internet tikken verdwijnen als sneeuw voor de zon, dus nog even in het kort. Het gaat goed met mij, ik had een erg leuk afscheid vrijdagavond (nogmaals bedankt daarvoor) en de mensen zijn vriendelijk. Frappant: de eerste inboorling die me aansprak, kwam op de fiets voorbij toen ik een foto maakte. Of ik een joint wilde...

Het lukt nog niet om foto's te uploaden. Volgt later.

Groetjes,

Pepijn


ps's: pa: bedankt voor je mailtje. Ik zal op zoek gaan.
Dorel: heel erg bedankt voor jullie donaties!