23 mei, '06
Van Flagstaff naar Coconino N.F. Campground - 20 miles
Om vijf uur in de morgen rijd de trein Flagstaff binnen. Mijn bestemming. In het wachtlokaal pak ik mijn fiets uit, die ik gisteren voor vertrek overhaast in een kartonnen doos moest zien te krijgen. Ze heeft het overleeft. Ik voel me overigens wat minder vitaal. Ik zat midden tussen de huilende baby's, zodat ik maar een paar uur geslapen heb.
Daarom besluit ik om nog niet direct aan de lange en eenzame tocht naar de Grand Canyon te beginnen, maar allereerst een bezoekje te brengen aan het zuidelijk gelegen Sedona. Na zo'n 20 mijl vind ik het wel mooi geweest. De camping midden in de beboste canyon is erg duur, vergeleken met california. Maar je bent een nederlander of je bent het niet. Met m'n stoute schoenen aan vraag ik een stel uit Phoenix of ik hun plaats mag delen. Ruimte zat, dus waarom niet?
Gelukkig komen Heath, Leigh-Ann en hun zoontje Hagen ook tot die conclusie, en hebben ook nog een laat ontbijt voor me. Daarna rol ik mijn matje uit en slaap een paar uur.
De familie gaat naar een meer, even verderop, ik hang mijn rugzak over mijn schouders en vertrek voor een mooie wandeling. Het pad wat ik dacht te zien lost langzaam op tussen de dennebomen, maar echt verdwalen kun je hier toch niet, aangezien je vroeger of later tegen de wanden van het dal aanloopt. Met gespitste oren struin ik door struikgewas, klim over stenen en spring over cactussen. Maar hoewel ik op de camping gewaarschuwd ben voor ratelslangen, is mijn waakzaamheid voor niets. Afgezien van een paar vliegen en een weps ben ik alleen.
Ik geniet van het uitzicht op een heuveltop om dan, na wat val en vliegwerk (geef mij m'n fiets maar) terug op de camping te landen.
's Avonds roosteren we maiskolven boven een houtvuur. Ik praat lange tijd met Heath. Hij verteld over zijn jeugd - toen hij twee was is met de auto van zijn ouders twee mijl het maisveld ingereden -, vriendinnetjes - hoe hij twintig mijl rennend aflegde in het holst van de nacht om een bezoekje te brengen aan de kersenboomgaard van zijn buurmeisje -, zijn alcohol verslaving - stoppen is niet moeilijk zegt hij, hij stopt elke week wel een keer -, het Bagelfest in Mattoon, Illenois, waar elk jaar een Bagel van 100 kilo wordt gemaakt-, vreetfeesten - gooi de hete kolen van een vuur in een kuil, gooi er een in alluminium folie gewikkeld varken bovenop, dicht de kuil, wacht een dag, en vraag of de buren ook komen-, mais, en al het andere wat je absoluut moet weten over Illenois.
De donkere hemel tussen de boomtoppen vult zich langzaam maar zeker met ontelbare sterren. Als het vuur enkel nog zachtjes nagloeit ga ik naar mijn tent.
Van Flagstaff naar Coconino N.F. Campground - 20 miles
Om vijf uur in de morgen rijd de trein Flagstaff binnen. Mijn bestemming. In het wachtlokaal pak ik mijn fiets uit, die ik gisteren voor vertrek overhaast in een kartonnen doos moest zien te krijgen. Ze heeft het overleeft. Ik voel me overigens wat minder vitaal. Ik zat midden tussen de huilende baby's, zodat ik maar een paar uur geslapen heb.
Daarom besluit ik om nog niet direct aan de lange en eenzame tocht naar de Grand Canyon te beginnen, maar allereerst een bezoekje te brengen aan het zuidelijk gelegen Sedona. Na zo'n 20 mijl vind ik het wel mooi geweest. De camping midden in de beboste canyon is erg duur, vergeleken met california. Maar je bent een nederlander of je bent het niet. Met m'n stoute schoenen aan vraag ik een stel uit Phoenix of ik hun plaats mag delen. Ruimte zat, dus waarom niet?
Gelukkig komen Heath, Leigh-Ann en hun zoontje Hagen ook tot die conclusie, en hebben ook nog een laat ontbijt voor me. Daarna rol ik mijn matje uit en slaap een paar uur.
De familie gaat naar een meer, even verderop, ik hang mijn rugzak over mijn schouders en vertrek voor een mooie wandeling. Het pad wat ik dacht te zien lost langzaam op tussen de dennebomen, maar echt verdwalen kun je hier toch niet, aangezien je vroeger of later tegen de wanden van het dal aanloopt. Met gespitste oren struin ik door struikgewas, klim over stenen en spring over cactussen. Maar hoewel ik op de camping gewaarschuwd ben voor ratelslangen, is mijn waakzaamheid voor niets. Afgezien van een paar vliegen en een weps ben ik alleen.
Ik geniet van het uitzicht op een heuveltop om dan, na wat val en vliegwerk (geef mij m'n fiets maar) terug op de camping te landen.
's Avonds roosteren we maiskolven boven een houtvuur. Ik praat lange tijd met Heath. Hij verteld over zijn jeugd - toen hij twee was is met de auto van zijn ouders twee mijl het maisveld ingereden -, vriendinnetjes - hoe hij twintig mijl rennend aflegde in het holst van de nacht om een bezoekje te brengen aan de kersenboomgaard van zijn buurmeisje -, zijn alcohol verslaving - stoppen is niet moeilijk zegt hij, hij stopt elke week wel een keer -, het Bagelfest in Mattoon, Illenois, waar elk jaar een Bagel van 100 kilo wordt gemaakt-, vreetfeesten - gooi de hete kolen van een vuur in een kuil, gooi er een in alluminium folie gewikkeld varken bovenop, dicht de kuil, wacht een dag, en vraag of de buren ook komen-, mais, en al het andere wat je absoluut moet weten over Illenois.
De donkere hemel tussen de boomtoppen vult zich langzaam maar zeker met ontelbare sterren. Als het vuur enkel nog zachtjes nagloeit ga ik naar mijn tent.
Morgen dus terug naar Flagstaff, boodschappen doen, kaartjes versturen en op weg naar Grandcanyon. Op de kaart ziet het er niet naar uit dat ik de komende 200 mijl een stadje van formaat aan zal doen. Het kan dus even duren voordat mijn volgende bericht komt.
No comments:
Post a Comment