Sunday, April 30, 2006

Dag 17 t/m 20 - Een samenvatting

Dag 17 t/m 20 / 28-30 april

Van Anzar Road over San Juan Bautista & Hollister naar Chowchilla

Na de aarbijenvelden rond Watsonville is iedere verandering fijn. Maar wat we zagen aan natuur de afgelopen dagen was zo wonderschoon en uniek dat het me moeilijk valt te beschrijven. Ik hou het dan ook bij mijn gedicht.
De wegen waren goed, maar een paar mijl highway, en de rest smal maar goed geasfalteerd. De eerste nacht slapen we in Panoche Valley, groene heuvels met hier en daar een eikeboom en wat koeien. Een riviertje kabbelt rustig een paar meter van de tent. De volgende ochtend is klimmen, maar met wind in de rug is het goed te doen, en hebben we genoeg tijd om te geniet van de omgeving. Bij een farm vullen we onze waterflessen bij, want sinds Hollister is bijna niets meer geweest aan winkelels of huizen. Tijdens een lange afdaling veruilen we het groen en de bomen voor een uitgestrekte prarie, met gras dat golft als een zilveren oceaan. We reden lange tijd direct naar het oosten, maar midden in de prairie, omgeven door heuvels, slaan we linksaf naar het noorden.

Het is nu zo'n 90 graden Farenheit, de zon dwingt me om een t-shirt met lange mouwen te dragen, tussen de sunscreen door. Toch geniet ik ieder moment. Bij Mercey Hot Springs houden we halt voor het middag maal. Normaal gesproken vragen ze 5 dollar voor een picknick tafel, maar fietsers uit holland hebben kennelijk een streepje voor, wij krijgen hem voor niets. Even overwegen we om de tent hier op te zetten en een bad te nemen, het water uit de bron is 119 graden F en zout. De baden zijn 106. Maar zelfs een hollands streepje voor zou hier niet baten. 40 dollar om de tent op te zetten vinden we teveel, en stappen weer op de fiets.

Heuvels zijn goudbruin nu, om een beeld te geven van het weer. Eenmaal uit de heuvels komen we in een vlak boerenlandschap. 1000enden hektaren omgeploegd, bezaaid, begroeid farmland, afgewisselt met nette rijen amandelbomen. Het is zaterdagavond als we vlak voor Firebaugh ons water bijvullen en een ijsje eten. We praten wat met de kinderen van de eigenaar, een arabier. Ze zijn erg volwassen voor hun 9 en 13 jaar, het moet een hard bestaan zijn hier op het platteland. We worden wat door een -uiteindelijk toch snelle- zonsondergang, en lopen wat muggenbeten op als we langs de rivier naar een plekje voor de tent zoeken.

Vanochtend zaten we om 8 uur op de fiets en na een appel als ontbijt en een boterham tussendoor fietsen we 25 mijl tot Chowchilla. Zojuisthebben we een amerikaans ontbijt gegeten, 2 eirenen, spek, sausage, gebakken aardappelen met ui en paprika en een pancake. Met ahorn siroop natuurlijk. Wat een verwennerij. Tijdens ons maal werden we aangesproken door een wat oudere man die, toen hij hoorde dat we een bibliotheek zochten voor internet, ons aanbood om het in zijn huis te gebruiken. Dus hier zit ik nu achter de computer. Vavavond zullen we in de radiouitzendig zijn die hij ieder dag doet. Wie weet wat dat ons brengt. We hopen vandaag in Yosemite te kunnen eindigen, Sonora Pass is nog steeds ingesneeuwd dus misschien moet ik mijn plannen alsnog wijzigen. Via Bakersfield naar Death Valley dus. Maar dat is voor latere zorg. We hopen een paar dagen in yosemite te kunnen blijven.

Goodnight & goodluck!

Pepijn

Dag 16 - Het binnenland in

Dag 16 / 27 april donderdag

Van Santa Cruz naar Anzar Road

Laat wakker. Lucky Charms voor het ontbijt. Om 1 uur vertrekken we van Market St. Bij het postkantoor stuur ik mijn spijkerbroek naar huis, economy post, en bij Trader Joe's halen we eten voor de komende dagen. En wat enery repen. Ik weet de weg nog van mijn rit naar het noorden, dus het fietsen gaat makkelijk. We fietsen voor een paar uur over rustige wegen, en gaan het binnenland in bij Watsonville. In een houtwerkplaats worden we bedient met koekjes als we naar de weg vragen.
Watsonville is een saai industriestadje in een vlak landschap, veel grijs en rommel, maar de muren van de werkplaats dragen kleurrijke schilderingen.

In Aromas, een dorpje in de heuvels, houden we stil bij een winkeltje. Een stukje verderop wordt een toneelstuk opgevoerd in een school. Het hele dorp stroomd naar binnen als we voorbij fietsen.Veel mensen hebben nooit een fiets gezien, zo lijkt het. Op de hoofdweg (de dorpstraat zeg maar) slaan we linksaf op Carr Av. Een smalle weg, slingerend tussen beboste heuvels, hier en daar is een boerderij met honden aan een ketting of achter een hek. Zodra we op Anzar road komen houden we halt. Spannend de eerste nacht wildcamperen. Opnieuw... Als we avondeten willen koken blijkt de brander niet te werken. Ook niet met de gebruiksaanwijzing erbij. Maar we hebbe nog een zak Doritos. Leven is concessies doen.

Dag 15 - Studeren in Santa Cruz

Dag 15 / 26 april woensdag

Van Pigeon Point naar Santa Cruz

De ochtend is bewolkt. Niet wat de krant voorspelde, maar als we eenmaal goed op gang zijn komt de zon tevoorschijn. Het is heerlijk rijden langs de kust, nu met de wind in de rug. En al dat groen! Na zo'n 25 miles rijden we santa cruz binnen. Ik neem wat foto's die ik eerder niet had genomen, en we vragen naar een fietsenwinkel. Preston heeft een nieuwe trapper nodig en er moeten wat moertjes worden aangedraaid.

Na een rondje over de boulevard en een uurtje op het strand waarbij we manmoedig toenadering proberen te zoeken tot een stel zeemeerminnen op het strand, maar ijskoud worden weggestuurd, komen we bij the Bike Church. Een heiligdom waar de eigenaar van een stalen tweewieler ongestoord kan knutselen en sleutelen aan zijn of haar trots. Daarbij gebruikmakend van het gereedschap van het pand, en de hulp van de daar aanwezig zijnde priesters.

Preston doet het allemaal rustig aan. Maar na twee uur heeft ie een nieuwe trapper (2e hands) en twee toe-clips. We hebben elkaar aardig wat te vertellen, en het lijkt erop dat ik goed gezelschap heb richting Yosemite. Hij vertelde me eerder dat hij een vriend had in Santa Cruz waar we konden logeren, maar na een hoop telefoontjes, zitten we nog steeds met een antwoord apparaat. (Waar kennen jullie dat van, Arthur en Joris :-) We eten een slice pizza, het is inmiddels zeven uur geweest, en rijden wat rond door het centrum. Bij een kerk worden we toegeroepen. Of we honger hebben? Een paar minuten later zitten we met een groot plastic bord aan een tafel tussen de daklozen. Sommige wat raar, anderen rustig etent met wat argwanende blikken naar onze fietsen.
Ik heb een interessant gesprek met een van de vrijwilligers. Over politiek, amerika, democratie en servie. De gemoederen lopen hoog op terwijl we de toekomst van de wereld bespreken maar gaan met wapenstilstand uit elkaar.

Eindelijk bereiken we Zach(erias). Een waar studentenhuis. Het gras in de voortuin is netjes gemaait, en er is niets vreemds te zien va buiten, maar binnen komt ons een walm van oud bier, wiet en sigaretten tegenmoet. We kijken televiesie tot laat in de nacht. Baseball, Southpark & the Daily Show. We eten chips, lucky charms en spoelen door met bier. De bank is wonderbaarlijk zacht.

Thursday, April 27, 2006

Dag 14 - Een lift naar Pacifica

Dag 14 / 25 april - dinsdag

Van San Francisco The Mission naar Pigeon Point Youth Hostel - ca. 40 miles

Zondag avond - ik was druk in de weer met inpakken, toen de telefoon ging. Het was Preston, of Amy thuis was? Preston is het best te vergelijken met Bob M. hoewel iets lichter van huid. Ik had hem vaag gezien in een japans restaurant waar ik met amy en jeff was gaan eten en later in de "Bike's Kitchen", een werkplaats voor enthausiaste fietsers, zoals ik, die elkaar helpen hun dierbare tweewieler te verzorgen.

Waarschijnlijk herinnerde hij zich vagelijk mijn fietsplannen na San Francisco en vroeg waar ik ook al weer naar toe ging. Ik dreunde quasi nonchalant 't bekende rijtje op; Yosemite, Death valley, Vegas, Grand Canyon, Zion, Brice, Salt Lake City and maybe even Yellostone. Vijf minuten later was Preston (mentaal) klaar voor zijn eerste fietstour. Hij zal me waarschijnlijk vergezellen tot Yosemite.

Dinsdag ochtend - ik wordt wakker om kwart voor negen. Ietwat laat, gezien ons streven om 10.30u te vertrekken, maar een goed begin is het halve werk, uitgeslapen dus. Een wat hectisch anderhalf uurtje volgt, waarin ik op topsnelheid 't postkantoor - voor een pakketje naar huis - naar Montgomery St. - om een geleent boek terug te brengen - en naar Market St. om op 't laatste moment een palm handheld computertje te kopen. Ik heb immers gezegd dat ik iets ging verzinnen op dure internet cafés.

Dan via 't kantoor van Amy en Jeff - om hen nog eens te bedanken voor hun gastvrijheid - terug op Bank St., mijn thuis van de afgelopen 5 weken, Laatste loodjes gepakt, fiets in de pick up van Leo en naar huize Prestons. Inmiddels is het twee uur geweest, maar toch is het nog even wachten op mijn aanstaande fietspartner. Hij ging dan ook in een dag van een stadsfiets naar een volledig uitgeruste tourbike.

Leo zet ons af in Pacifica, een stadje onder San Francisco. We sjorren Prestons tassen wat steviger aan zijn fiets, die ondertussen tenminste twee keer moet plassen en verteld dat hij een kleine blaas heeft, en ik ben back on the road! Voor een half uur tenminste. Want als we bij Devils Slide aankomen, een rare kronkel in Hgwy 1, heuvel op, blijkt deze gesloten te zijn. Met een enorm bord dat extra waarschuwt: zelfs voor fietsers.
Maar niet getreurd want we laten ons goed informeren bij het amerikaanse equivalent van de Boerenbond, om daarna een mountanbike trail te nemen, parrallel aan Devils Slide. Waar een wil is, is een fietspad, ook al is het stijl, onverrhard en levensgevaarlijk. Op de top van de heuvel zien we Montara lighthouse, waar ik vijf weken geleden overnacht heb.

Al gauw zijn we weer op de highway. En aangezien het tegen zessen loopt zetten we er flink de vaart in. We hebben drie uur tot het donker is. Terwijl ik geniet van mijn eerste mijlen zie ik hoe het landschap verandert is sinds maart. Overal bloemen in de berm, kniehoog lentegras en een heerlijke lentegeur in de lucht. Ik zag er eerst wat tegen op om 'terug' te fietsen, maar dit is een totaal verschillende route.

We stoppen eenmaal kort om een boterham te eten, en om half negen zijn we in Pigeon Point Youth hostel. Op weg naar het avond eten verteld een man die zich zelf OD noemt (ca. 35 jr) over de rechtzaak die hij morgen zal voeren tegen zijn ouders. In het kort, zijn vader probeerde zijn schedel te kraken met een vaas van zijn moeder en toen dat niet werkte haalde hij zijn geweer uit zijn slaapkamer. Gelukkig hoorde OD hem laden en rende weg uit zijn ouderlijk huis, zijn dochtertje daar achterlatend. Zijn moeder weerhield haar man ervan hem in de rug te schieten. Maar toen hij later belde om zijn dochter op te halen, wilden ze haar niet af staan.
Dit is de kortst mogelijke samenvatting. OD vertelde het zeer levendig met een hoop flashbacks, zijweggetjes en afbuigers terwijl hij heen en weer over de bank verhuisde. Ik denk dat hij behoorlijk zenuwachtig is voor morgen. Zijn ouders hebben een advocaat, hij niet. Ik wens hem succes.

Na een bord aardappel puree en bonen zoek ik mijn bed op. De eerste dag van mijn herstart zit erop.

Sunday, April 23, 2006

Dag 13 - Aankomst in San Francisco

Trouwe & geduldige lezer,
Vandaag, al weer meer dan een maand geleden geleden, fietste ik voor het laatst onder volle last. De rit van de jeugdherberg tot San Francisco was pittig: veel verkeer en een slechte berm. En heuvels natuurlijk. Maar ik had een doel. The Golden Gate Bridge. In een voorstadje haalde ik wat muesli en een pot peanutbutter. Nadat ik me ervan verzekerd had dat ik de voordeligste aanbieding in mijn handen had vroeg ik de vrouw voor mij of ik haar klantenkaart mocht lenen.
Terwijl de kassaman met een glimlach en zijn blik op oneindig geduldig en behoedzaam haar lange reeks boodschappen scande en in tasjes vleidde, hoorde ze me uit over mijn reis.
Toen ik haar vertelde dat ik toch echt het hele stuk zou fietsten (en voor een deel al gefietst had natuurlijk) nam ze me nog eens in m'n geheel op, en zei tegen de kassaman op een wat moederlijke toon dat ie mijn boodschappen maar op haar rekening moest zetten. Een weinig overdonderd door deze aangename verrassing hoorde ik een man grappen dat ze zijn boodschappen ook wel mocht betalen. You don't look like you need it. - was haar antwoord, wat ik op dat moment nog niet helemaal begreep.
Maar goed, tussen mij en de GGB lag nog zo'n 15 mijlen stad die overbrugd moesten worden. Ik had wat dat betreft geen goede herrinneringen aan LA. Maar San Francisco is goed te doen. De wegen zijn breed en open, en een groot deel beschikt zelfs over een bike lane. Heerlijk om zo nu en dan naar de befaamde rode brug te kunnen vragen.
Tussendoor probeerde ik max te bereiken hopende bij hem een slaapplaats te krijgen voor de eerste nacht, wat na een aantal keer ook lukte. Nu ik een slaapplaats had, was de weg vrij voor een glorieuze rit naar de andere kant van de baai. Halverwege de brug parkeerde ik mijn fiets tegen een van de enorme pijlers. Met de wind in mijn gezicht de zon op m'n bol en de oceaan achter de mond van de baai, leunde ik over de reling en haalde diep adem voor een langgerekte zucht.
En ik zag dat het goed was.

Saturday, April 22, 2006

Dag 12

Dag 12 / zaterdag 18 maart

Van Watsonville Golfterrein naar Point Montara Lighthouse - 95 miles
Totaal: 613,6 mijl. Wind: tegen

Om 3 uur 's nachts wordt ik wakker. Ik besluit net weer in slaap te vallen als ik me herinner waar ik ben. Weg slaap. Langzaam, maar onder hevige stress begin ik de tent in te pakken. Even petzelen is noodzakelijk als ik mijn fietsensleutel in het gras laat vallen. Als ik eenmaal op de weg ben kan ik opgelucht ademhalen. Omdat het onmogelijk fietsen is in de kou en mist en het al 5 dagen geleden is dat ik iets aan het thuisfront heb laten weten ga ik terug naar het tankstation van gisteravond, om daar de telefooncel te gebruiken. Die doet het niet.

Op goed geluk fiets ik door de mist. Na een paar mijl tussen de artisjokkenvelden gefietst te hebben kom ik weer in een klein stadje. In een 24h laundry service probeer ik nog een keer te bellen. Maar ook die telefooncel accepteerd mijn gesprek niet. Maar hierbinnen is het tenminste warm en licht. Een half uurtje later probeer ik het nog een keer. Weer niks. Maar als ik buiten om de hoek kijk zie ik dat er in het zelfde gebouw een mexicaans bakkertje zit. Ik keten mijn fiets vast aan de eerste de beste bereidwillige lantaarnpaal en geniet al gauw van een beker hete thee en mexicaanse broodjes. Precies wat ik nodig heb. Ik koop een telefoonkaart en bel vanuit de bakkerij naar huis. Het is kwart voor 6. Fijn om even een bekende stem te horen. Al vraag ik me af of ze nu geruster zijn thuis. Ik ben moe en kapot met nog zo'n 100 mijl voor de boeg tot San Francisco.

Door (weer eens) zeer spaarzame plaatsing van de fietsroute bordjes besluit ik om een stuk de snelweg te nemen. Na een paar afritten wordt het erg druk en daarbij geeft een bord aan dat er hier een gebouw van de highway patrol in de buurt zit. Omdat ik bij god niet weet hoe ik santa cruz moet komen anders dan de snelweg trek ik mijn stoute schoenen aan en fiets de snelweg weer op. De luidspreker van een politiewagen dwingt me al na zo'n 100 meter tot stilstand. "You're not alowed to drive on the freeway..." klinkt het. Of ik het verboden-voor-fietsers bord niet gezien had. Ik moet er vrij hulpeloos uit zien met die wallen en m'n harrypotter brilletje want na een meewarig lachje wijst de agente me de goede weg.

Voordat ik verder ga doe ik m'n lenzen in en kom zowaar terecht op een fietsroute naar Santa Cruz. Het is een mooi stadje aan de kust, met ongewoon veel fietspaden. Over de boulevard kom ik via een oude boerderij terug op Highway 1. Wind tegen? Zeg maar Katrina. Zelfs heuvel af moet ik flink trappen om vooruit te komen. Dag San Francisco (nog 67 mijl.)
Ik trap uit alle macht, maar kom niet verder dan 8/9 mijl/u. Bij Pigeon Point geef ik op. In een wegrestourantje eet ik een egg/bacon sandwich a $9.15, een cola en een bananensplit toe. Samen $ 18,40. Ik doe extra lang over 't eten. Het is pas 1 uur en ik heb geen energie meer over. De serveerster verteld me dat er vlakbij een jeugdherberg zit in een oude vuurtoren, twee mijl verderop. Maar als ik daar aankom is het pas half twee en ik kan geen kamer krijgen voor 16:30u.

Ik denk aan de jakuzzi en fiets door. Het is nog 30 mijl tot aan half moonbay state beach. Wild camperen is geen optie gezien de overuren die mijn zweetklieren maken vandaag. Na tien mijl, terwijl ik mijn fiets vloekend de zoveelste heuvel op duw en van pure ermoei niet meer weet waar voor of achter is, komen me een paar wielrenners tegemoet. Wie, wat en waarnaartoe...? (het gebruikelijke verhaal.) Of ik wat repen wil. (ja, graag!) Of ik een lift wil? (wonderen bestaan!). Dat laat ik me geen twee x vragen, en na een korte maar stijle afdaling tillen ze mijn fiets en tassen in een van hun wagens, stoppen me nog een appel en wat extra repen toe en wensen ze me nog een goede reis. en van het een op het andere moment zit ik in grote amerikaanse pick-up. Kathie (mijn chauffeur) verteld me over haar fietstochten terwijl we met zo'n 80 mijl/u richting half moon bay rijden. Als we bijna bij de state beach zijn, zegt ze dat er een erg mooie youth hostel is aan het eind van de baai, ook bij een vuurtoren. Of ik daar naar toe wil? "And you know what?, I'll pay for your night." Ik weet niet meer wat ik moet zeggen.

Als we in de jeugdherberg te horen krijgen dat er net een kudde jappaners is gekomen, en dat ze vol zitten, lobby't Kathy net zo lang tot dat ik in de gemeenschappelijke ruimte mag slapen. Ik bedank haar uit de grond van mijn hart, maar ze wimpelt al mijn woorden weg onder het mom dat ik dat ook voor een ander zou doen, geeft me nog een stratenboek van california en verdwijnt met ronkende moter naar het zuiden. Nadat ik mijn spullen in een hoek gestapeld heb wandel ik wat rond tussen de houten huisjes die samen de jeugdherberg vormen.In de keuken besef ik me dat ik geen ontbijt heb voor morgen, maar vandaag schijnt mijn geluk geen einde te vinden, want als ik een paar gasten vraag of er een supermarkt in de buurt zit, bieden ze me spontaan een deel van hun ontbijt aan. Na het avondeten ga ik op de bank liggen, mijn slaapplaats voor vanacht - en lees wat in siddharta. Een stel uit San Francisco geeft me een doos chocolade-amandelen-met-kaneel. Een mens heeft niet veel nodig om gelukkig te zijn...!

Dag 11

Dag 11 / vrijdag 17 maart

Van BigSur S.P. naar Watsonville golfterrein - 56 miles

Ik wordt gewekt door grote regendruppels. Het water wordt hoog boven mij opgevangen door de reusachtige roodbruine bomen, waar het zich verzameld tot het zwaar genoeg is om de weg naar de bemoste bodem te vervolgen. Aangezien mijn slaapzak lekker warm is en ik nog maar weinig heuvels in het vooruitzicht heb - zo was mij verteld -, blijf ik nog maar een uurtje liggen. Als ik om 9uur op de fiets zit is er niet veel meer over van de regenbui. Het is heerlijk rijden door al het groen van Big Sur. Dennegeur, goede bochtige weg en niet teveel auto's.

In Monterey mis ik een bordje zodat ik een half uur heuvel op moet op een erg drukke weg zonder berm. Via een binnenweggetje en zowaar een heus fietspad door dampende bossen, kom ik terug op de route. Ik heb honger gekregen, en daar dient zich, geheel onverwachts, een McDonalds aan. Ik herrinner me de aanbeveling van deze of gene in nederland dat de kwaliteit hier een stuk hoger ligt. Met een knorrende maag voel ik me goed genoeg voorbereid op deze test, parkeer mijn fiets voor het raam en stap vol goede moed het huis van de Gulden M binnen.
Ik besluit tot een breedte test: 1 BigMac, 1 McChicken, 1 grote friet, 1 Dubbele Cheeseburger en een Minute Maid Sinaasappelsap (ik ben tenslotte een atleet) Klaar voor de start?

Het enige verschil met nederland is dat ik hier met dollars betaal. Zonder te kauwen slik ik happen burger weg. (de term fast food is wel degelijk van toepassing.) Benieuwd hoeveel ik naar binnen kan werken haal ik nog een McChicken (ok. genoeg).
Met een protesterende maag stap ik weer op de fiets. N.v.h.v. (nietvoorherhalingvatbaar).

Een heel aardig fietspad langs de kust brengt me op weg naar Santa Cruz. een wielrenner met een gebroken heup leent me zijn fietspomp - mijn achterband was wat slapjes - en fietst een stuk met me mee. Bij een (let op) artisjokkenkraampje eet ik french fried artisjok hearts. Lekker maar te duur. Het fietsen wil niet echt meer lukken, en ik peddel maar een beetje tegen de wind in. Als ik bij een tankstationnetje ergen tussen Monterey en Santa Cruz, een ijsje, chips, snickers en gedroogd vlees naar binnen heb gewerkt is het welletjes. $10,- per dag voor voedsel! Dat is genoeg.

De 'verkoper' in het tankstation is 17 jaar. Hij werkt hier voor zijn ouders, die het tankstation bezitten. En wat al sinds mensenheugenis in het bezit is van de familie. (De amerikaanse heugnis gaat niet zo ver terug) Als hij hoort dat ik uit nederland kom ("is dat niet in de buurt van amsterdam?") begint hij enthausiast over wiet te vertellen. Jezus, alsof dat alles is! we hebben ook tulpen, hoor.
Dan laat hij me vol trots zijn nieuwe auto zien. een witte. En een stukje verderop zijn vorige auto, groen en total loss, over de kop. En daarvoor had hij al twee andere auto's. Ik vraag maar niet wat daar mee gebeurd is. Het wordt langzaam aan donker en er is geen camping te bekennen. Ook zit ik niet meer op de route en ben omgeven door industrie terreinen en artisjokken velden. Ik rol van de heuvel af en net als ik overweeg om in een hotel te overnachten lokt aan de andere kant van de weg een heerlijk groen, gemaait en gezaaid golfterrein op. Wat doe je in zo'n geval? Nou ik fiets door, ik laat me niet in mekaar meppen door het neefje van de eigenaar.
De eerstvolgende zijweg die ik neem brengt me tussen grote opslagtanks met vloeibare gassen en loopt uiteindelijk dood. Overal staan goedkope gebouwen omgeven door hondehokken en hoge hekken. Het is aardedonker nu, onder een lantaarnpaal bekijk ik mijn opties om tot de conclusie te komen dat ik die niet heb. Niks kiezen of delen.
Een half uur sta ik in de berm te twijfelen en begin het behoorlijk koud te krijgen. Met naast mij het lokkende gras van de plaatstelijke golfvereniging. Dan: als er even geen politie of auto's met informanten, bekenden en vrienden van de eigenaar voorbijkomen duw ik mijn fiets tussen de eiken door het gras op. Goddank dat ze hier en daar wat bomen laten staan, zodat bekakt amerika af en toe naar zijn ballen kan zoeken. Tussen een een paar bomen en de muren van een bouwterrein begin ik aan de onmogelijke taak mijn tent in het pikkedonker op te zetten. Ik kom een heel eind, maar op een gegeven moment moet toch mijn petzl er aan te pas komen. Een stuk verderop blaft en hond.

Als ik eenmaal in mijn tent lig is het half negen. Ik slaap in vol met bange gedachtes, over mannen met knuppels, advocaten, politie en mexicaanse gevangenissen. Het zijn harde tijden voor avonturiers.

Monday, April 17, 2006

Fietserslatijn: "Einzigartig"

"Einzigartig"

Groene velden, dauwdrupels - glinsteren aan een grashalm
Bergtoppen, wit - als de vleugels van de albatros.
Meren, stil - als een spiegel, wolken
drijven op een blauwe lucht,
en ik fiets.
Regen, en wind - van alle zijden,
de aarde - ademt dampend
vlagen - warme lucht doorzeeft met zonnestralen,
goud op groen maakt zilver,
en ik fiets.
Mensen - mannen vrouwen, oud en
jong - huilen, lachen, zijn!
Huizen - soms eenzaam, grauw, soms onbewoond. En soms,
een blauwe brievenbus, of bloemen voor het raam,
en ik fiets.
Alles vreemd, (en) steeds opnieuw
door dagen, weken misschien zelfs een heel
leven - steeds opnieuw
blijft alles:        "Einzigartig",
net als ik...

Sunday, April 16, 2006

Dag 9 & 10 - Kastelen, Cappucino & Kliffen

Dag 10 / donderdag 16 maart

Van Hearst Castle naar Pfeiffer Big Sur State Park - 64 miles

Als ik om 6uur opnieuw wakker wordt is dat door de zeehonden. Een vreemd, ongewoon geluid. Ik vertrek met een sinaasappel als ontbijt om een beter plekje te zoeken, voor de crunchi. Ik passeer een vuurtoren uit 1890, doet 't nog steeds. Onder een bewolkte hemel peddel ik rustig tot 't ontbijt. Vandaag veel melkpoeder: het wordt heuvelachtig!
Al gauw flink klimmen, als ik in Ragged Point op de kaart kijk zie ik dat de komende 100 mijl tamelijk verlaten is: Een groot natuurpark, onherbergzaam, met stijle kliffen en wilde golven. Aan een vrouw die foto's aan 't nemen is langs de weg vraag ik om water. Hoewel ik in hearst castle alles had bijgevult sta ik al weer bijna droog, door het continue klimmen. Ze geeft me niet alleen water, maar ook vier kant en klaar maaltijden en chocola. Ik geef haar twee sinaasappels. (Sta ondertussen toch al stijf van de vit. c)
Culinaire problemen voorlopig opgelost!

Terwijl ik zwoegend en zwetend een van de vele heuvels beklim wordt ik ingehaald door een lachende wielrenner met z'n pokke fiets van 5 kilo! Ha!

Ondertussen geniet ik met volle teugen van de natuur. Heerlijk groen en fris, afgeswiseld met grijze of rode steen. In Plaskett Creek zie ik de eerstge redwoods, de reusachtige bomen met zachte rode schors. Ik rust in een State beach camping waar een echtpaar met een camper zo groot als een tourbus twee van mijn kant en klaar maaltijden (pasta met een soort kip) voor me opwarmt in hun magnetron, en me een homemade hamburger toe geven. Heerlijk dat camperen. Maar dit is niet mijn stop voor vandaag.

Gesterkt door dit middagmaal vervolg ik mijn weg. En net als ik erover denk een 4 uurtje te gaan gebruiken wacht me een verassing. Tan (de vriend van John en Carol) komt me tegemoet gereden met een lunchpaket.Een appel, chocola, notenmix, gedroogd fruit, marshmellow reep en twee sandwiches. Ze dachten dat ik dat wel kon gebruiken.
Nou, en hoe. Wanneer ik de boterhammen verorber wacht me nog een verrassing: pindakaas met sla en een dikke laag mayonaise... Maar een gegeven paard...

Ietwat misselijk begin ik aan de laate 15 mijl naar Big Sur. Na een lange, laatste klim wordt ik midden in mijn afdaling staande gehouden door twee lifters die al uren tevergeefs aan de rand van de weg staan. (18 jr.) Ze bieden me aan mee te eten. Kaas en een mex. pannenkoek. Ik moet nog aan m'n lijn gaan denken.
Ik geef ze wat tips en na de afdaling voltooid te hebben zet ik mijn tentje op, midden tussen de gigantische Sequoia's. Na een heerlijke, warme douche voel ik me als herboren. Met mijn dagboek onder m'n arm wandel ik naar een restraurantje in een soort blokhut op de camping en bestel een salade en een kop thee. Ver boven mijn budget, maar verdient.
Een ober bied me warme taco's aan, met een lekkere vruchten salsa. Op kosten van het huis! het kan niet op vandaag.


Dag 9 / woensdag 15 maart

Van Pismo S.B. naar Hearst Castle - 70 miles

Na een kop thee, sinaasappels en muslie met poedermelk voor ontbijt, en moeizame eerste mijlen, fiets ik onder een stralende zon San Louis Obispo binnen. Een erg mooi stadje, niet ver van de kust, waarbij unbedingt een bezoekje moet worden gebracht aan Marcie's Coffee Corner. Een klein pitoresk café'tje met zelfgebakken cake: brownies en bananenkoek, en heerlijke cappucino.

Al gauw terug op Hgwy 1, slingerent tussen en over heuvels. Af en toe een groot billboard naast de weg met de plaatstelijke casino, of adult club. Een zeearend vliegt vlak over mijn hoofd, misschien vertrouwt hij mijn hoed niet, en wat later zweeft een pelicaan met langzame vleugelslagen een paar minuten met me mee.

Als ik net aan mijn zachte, zoete (kleffe) boterham wil beginnen, draait er achter mij een auto de priveweg op. Als de oude vrouw achter het stuur verneemt waar ik naar toe kom en vandaan kom, nodigt ze me uit om een kijkje te komen nemen in de abelone farm van haar man. Ik weet nog steeds niet wat abelone's precies zijn, behalve erg duur en een soort schelpdieren. Het echtpaar Alexnder, Carol en John, was erg vriendelijk, en na een uitgebreide lunch en een goed gesprek bied Tank, een vriend van hen, me aan om me een lift te geven, om de 'verloren tijd' weer in te halen. Maar niet voordat ik van Carol een uitgebreid lunchpaket krijg toegestopt, en een boek over haar man evenals de krant van vandaag. De voorpagina is grotendeels in beslag genomen door een interview met de oud-adviseur van president Reagan (ja, de acteur). John Alexander...

Het is half 4 als ik in Hearst Castle aankom. In een notendop: Het huis van William R. Hearst, begin 1900, steenrijk door bezit van 90% van de amerikaanse media. Houdt van: hollywood actrieces, mediterraan europese architectuur, tennis, marrocaanse badhuizen en ketchup...
Voor $20,-- een rondleiding met gids. Zeer de moeite waard, alleen al voor het uitzicht. (http://www.hearstcastle.com/)

Om half zes nog een paar mijl op de fiets. Op een strandje wacht ik tussen zeehonden en walrussen tot het wat donkerder is, en zet mijn tent op in een wat lager gelegen berm. Spannend de eerste x wild camperen. Midden in de nacht wordt ik wakker, sta op, en wandel in de volle maan naar het strand. Alles slaapt. De zeehonden, de meeuwen, de zebra's op het landgoed Hearst, de bomen, het gras... De oceaan ademt zachtjes ruisend, en neemt alle angst in mij weg.
Ok, bíjna alle angst.

Saturday, April 15, 2006

Dag 8

Dag 8 / 14 maart - dinsdag

Van El Capitan S.B. naar Pismo S.B. - 80 miles, 376 miles zover

Om 7 uur fiets ik weg bij de camping. Enerzijds omdat ik meer en meer gewend raak aan het opstaan met de zon, anderzijds omdat het me 5 dollar scheelt omdat de Park Ranger nog niet in zijn hokje zit om deze tijd. En wie het kleine niet eert...

Het landschap wordt groener nu. Rechts glooiende heuvels, links nog steeds de oceaan. De palmbomen worden schaarser -en kleiner-, naarmate ik verder naar het noorden kom. Soms zijn ze niet meer dan grote varens. Ik houd mijn fleece aan vanwege de kou, maar de felle zon in combinatie met de aanhoudende noordewind zorgt ervoor dat mijn vingers, gezicht en oren, ondanks de zonnebrand, behoorlijk kleuren.

Er is weinig verkeer op de snelweg, waardoor het aangenaam fietsen is. Op een afrit zit een enorme gier. Niet zo'n suffe uit de dierentuin, maar een echte! Met glanzende zwarte veren, en zo'n typische nek en haakse snavel. Hij doet zich tegoed aan de darmen van een dood vosje. Gruwelend van dit tafereel, ga ik in allerijl op zoek naar mijn camera, maar zodra ik 'm te pakken heb, vliegt de aaseter naar electriciteitspaal aan de overkant van de weg.
Daar sta je dan met je 3x optische zoom... Niks foto!

Dan maakt de snelweg een bocht, het binnenland in, en nader ik - naar wat ik later hoorde - de gevaarlijkste tunnel van midden california (een kans van 1 op 2, zeg maar). De vluchtstrook verdwijnt langzaam in de -ineens akelig smalle- rechter rijstrook. Vlak voor de tunnel rij ik de berm in om mijn lichten te ontsteken, mijn helm wat steviger aan mijn kin te snoeren, en een schiedgebedje te doen. Zodra er geen verkeer aan lijkt te komen -al is dat wat moeilijk te zien door alle bochten- ga ik op m'n pedalen staan om in de 5e versnelling de tunnel in te sjezen. Om een beeld te geven: ik, op m'n fietsje op de rechterrijstrook, daarnaast een summier voedpad -dat meer lijkt op een wat breed uitgevallen stoeprand- en links een rijstrook waar evt. auto's hopelijk gebruik van maken. De gele lichten en hellende muren maken het zo mogelijk nog benauwder.
Een gegrom achtermij zwelt aan tot een oorverdovend geraas en gerommel als een gigantische tankwagen mij rakelings passeert in z'n inhaal manoevre. Nu ben ik echt bang. Ik denk aan mijn moeder en krijg de neiging mijn ogen dicht te doen, heroverweeg dit, probeer een melodie te verzinnen op "van de regen in de drup", en vraag me af waaraan ik dit karma te danken heb... God zij Genadig!

God was genadig. Tot zover althans. Na de tunnel verlaat ik de snelweg, om na een klim waar geen einde aan leek te komen te genieten van een heerlijk lange gestage afdaling in een vallei. Bruine koeien, grazen glazig starend, adelaars, met machtig grote vleugels cirkelen krijsent om de heuveltoppen, grillige grauwe bomen begroeid met grijsgroene mossen, waaiend als wieren in de wind... En dit alles onder een grijs wolkendek.

Ik ben blij als ik in de voormiddag Lompoc binnenfiets. City of art & flowers zegt het vrolijk gekleurde naambord. Voor dat laatste ben ik waarschijnlijk te vroeg, maar een grote schuur aan de rand van het stadje, prijkt met een grote schildering op de muren, waarop de lokale bevolking het dankbare ambacht van de landbouw uitoefend. De boer en zijn knecht leiden het paard met ploeg over de akker, zijn vrouw en dochters oogsten grote, rijpe appelen en peren, terwijl de jongsten al speulend de verkens en kippen hoeden.
Als ik wordt ingehaald door een reusachtige tractor, met dubbele banden, vierwielaandrijving en gps besluit ik verder te gaan. Ik zwaai naar de chauffeur, maar weet niet zeker of hij me kan zien...

Tijdens de lunch in een parkje wordt ik in het frans aangesproken door een wat behaarde man op leeftijd. Gelukkig spreekt hij ook engels. Erg enthausiast zegt hij dat 'ie wel een shortcut weet naar santa maria, maar mijn vertrouwen in hem daalt aanzienlijk wanneer hij mijn -al niet zo stabiele- kaart drie keer verkeerd openvouwt, en me de enige mogelijke route laat zien. Als hij me een overnachting aanbied in Santa Maria t.b.v. international relations (of zo), bedank ik hem dan ook vriendelijk maar zeg dat ik nog wat meer mijlen wil doen vandaag.

Ik vul mijn vooraat aan met een nieuw brood en een pak muesli en vervolg mijn weg richting Guadeloupe. De weg daarnaartoe is lang, en voor een groot deel kaarsrecht. Nat van een regenbui stop bij een aarbijenstandje. Omdat de mexicanen me niet goed verstaan vertel ik voor het gemak dat ik naar canada ga, ook ver. Ze begrijpen niet goed waarom ik dat hele stuk op de fiets doe. (letterlijk: "met de auto ben je er in 18 uur"). Maar om me te steunen geven ze me een kilo aarbijen en wat sinaasappels voor niets! Ik besluit lang van dit kado te gaan genieten, en af en toe een rijpe aardbij te eten, maar na zo'n kilometer gefietst te hebben eet ik toch maar de halve bak. Dat scheelt weer gewicht, troost ik mezelf.

In, het dorpje Guadeloupe, in een landschap van aardbijenvelden, eet ik een burrito in een klein mexicaans winkeltje met een ijsje van rijst en rozijnen toe. Ik begin mijn benen aardig te voelen, en probeer een rustig tempo aan te houden. De volgende state camp is nog zeker 15 mijl heuvelland, zo'n 25 km. Pink Floyd, helpt...

De state beach ligt vlakbij de oceaan en is verlaten. Zodra mijn tentje staat beklim ik een dijk, waarachter zich een duinlandschap verbergt. Met blote voeten wandel ik riching zee en geniet van de laatste zonnestralen. Op de laatste duin ga ik zitten en wacht. Shine on me, crazy diamond...

Thursday, April 06, 2006

Dag 7

Dag 7 / 13 maart - maandag

Van Carpenteria Sate Beach naar El Capitan - 36 miles
totaal zover: 295,2 miles

Een prachtige zonsopgang droogt onze tenten en warmt ons op van een koude nacht. Danna is niet fit, ondanks (of dankzij) de Superol gorgel tabletten die ik haar gegeven heb. Om later niet meer te hoeven stoppen besluiten we om eerst een supermarkt aan te doen. Dave zoekt tevergeefts naar White Fuel, zijn brander slikt geen benzine, en ik probeer een rugzak om mijn bagage ruimte wat uit te breiden. Ondanks de meest ingenieuze ruimtebesparingen, lukt het me niet om voor meer dan 2 dagen eten mee te dragen. En dat zal, als ik eenmaal de kust verlaat, niet voldoende zijn. Paul schreef in zijn mail dat ik in het ergste geval kon rekenen op 5 dagen zonder huis of haard.
Maar ook ik kom met lege handen terug bij danna, die ondanks een grote beker starbucks coffee steeds bleker begin te zien. Ik bied haar aan om haar rugzak die onder een spin op haar bagagedrager ligt, over te nemen voor vandaag.

Toch komen we slechts langzaam vooruit. Elke heuvel is het 5 minuten wachten, ik houd dit niet lang vol op deze manier. Een tijdje fiets ik een paarhonderd meter voor hen uit, dat doet me goed. Links en rechts staan avocado bomen, vol met heerlijke kleine vruchten. De heuvels liggen hier wat verder van de kust, waardoor er meer ruimte is voor bebouwing en aardbeienvelden. Ik haal mijn mondharmonica tevoorschijn, en probeer wat deuntjes te blazen. Helaas ben ik nog ver verwijdert van Bob Dylan, het klinkt nu als een mengeling van beierse volksmuziek en een ontstemde mondharp.

In santa barbara komen we tot de ontdekking dat Danna's voorband lek is. Geen wonder dat ze bijna niet vooruit kwam. Geheel eigenhandig verwisseld ze haar binnenband. En voelt zich meteen een stuk beter. Vol goede moed beklimmen we de eerste de beste heuvel. Een hel. Na zo'n 2 km komen we tot de ontdekking dat dit niet de goede weg blijkt. Dit is Danna teveel, ze weigert ook maar 1 meter terug te fietsen. Dan besluit dave dat er nu hele maatregelen genomen moeten worden. Hij vist een laptop en de complete atlas van noordamerika (14e editie) uit zijn bagage. (wat hebben ze niet bij).
Met de routeplanner gaat hij op zoek naar een alternative route, die hij na zo'n half uur ook vind. Uiteindelijk besluiten we toch de heuvel weer af te dalen, (als compromis langs een andere weg) omdat ik een internet cafe wil aandoen, om wat aan het thuisfront te laten horen. In dit internetcafeetje ligt een aangename verrassing te wachten. Het is een mailtje van max, die me uitnodigt voor een bezoek aan hem in san francisco, zo'n 350 mijl. Dat betekend: een bed, een jakuzzie en kabeltelevisie! Een haakje: hij gaat 21 maart terug naar nederland.

Weinig tijd, tenminste 200 mijl heuvellandschap, en geen routebeschrijvingen meer: waar wacht ik nog op? Mijn beslissing is snel genomen. Toch valt het me moeilijk afscheid te nemen van dit canadese stel. We spreken af in san francisco, waar zij over 14 dagen zullen arriveren. Het is inmiddels 3 uur 's middags, de volgende state beach is 20 mijl. Om me fysiek en mentaal voor te bereiden haal ik een hamburger bij Carls Jr., vul mijn waterflessen en geef mijn benen de vrije loop.

2uur later - na highway, freeway en fietspad - stap ik met trillende benen af. De camping is direct aan zee, en vrijwel leeg. Ik zet mijn tent op, en wandel naar een bankje aan de oceaan. En terwijl een walvis een bruisende groet de lucht in stuurd, verdwijnt de zon langzaam, met haar prachtigste avondkleed, zacht sissend in de grote oceaan.

Tuesday, April 04, 2006

Dag 6

Dag 6 / 12 maart - zondag

Van McGRath S.B. naar Ventura S.B. - 12 mijl

Hoewel het 's nachts regende dat het goot, schijnt de zon 's ochtends vrolijk de tent binnen. Dave & Anna zijn al op en druk in de weer voor het ontbijt. Met een fris gewassen gezicht schaar ik mij aan de picknick tafel, om daar verwend te worden met heuse StrawberryPancakes. Dat een kant er wat outdoor-achtig uitziet doet er niet toe. Het is verbazingwekkend in wat voor tempo ze hun fietsen rijklaar hebben, gezien het grote aantal spullen. Voor vertrek staat me nog een verrassing te wachten, als ze allebij een minidisc speler met speakerset op hun voortasjes monteren. Van de een op de andere dag rijd ik tussen canadese underground en manu chou...

Na zo'n 7 mijl, op een akelig stijl heuveltje geeft dave's al niet zo stabiele achterwiel zijn laatste adem. Gezien het aantal resterende spaken en de ongezonde kromming van de velg besluiten we dat hier een fietsenmaker aan de pas moet komen. Benieuwd of het hier mogelijk is op zondag, en omdat het toch al laat is, en ik hier tenslotte voor vakantie ben besluit ik me definitief aan te sluiten bij dit reisgezelschap. Terug dus, ventura in.

In een alleraardigst fietsenzaakje met de schilderachtige naam Ventura's BIkeshop, leveren we Dave's - en voor de zekerheid ook maar Danna's - fiets af. Een nieuw achterwiel, nieuwe ketting en tandwielen voor Meneer, en de laatste twee ook voor Mevrouw alstublieft. Ook al hebben ze hun fietsen voor 200 dollar van Ebay gehaald, ben ik stiekem trots op mijn fietsje, die zich uitstekend gedraagd. Nog niet 1 lekke band in haar loopbaan. Maar ik zeg niks.

Om de tijd te doden, gaan we op zoek naar een mex. Ik mompel wat over een beperkt budget, maar zorgen zijn voor morgen, dus eten we alledrie de burrito special of the day. Met brandende lippen besluit ik om de volgende keer om de milde salsa te vragen.

Om 1 uur zijn we terug on the road. Dave is zo enthausiast over z'n nieuwe tandwielen dat hij - continu op en neer schakelend - vervaarlijk begint te slingeren en bijna de oceaan in rijd. Na een tijdje wisselen we het rustige fietspad in voor een b-weg. Waarmee ook de zon verdwijnt achter een dik pak wolken die we in Ventura al zagen hangen. In een groente en fruit kraampje langs de weg schuilen we voor de regen, en slaan een hoop advocado's in. (10 voor een dollar, maar niet groter dan mandarijntjes.) ALs de regen aanhoud, kopen we ook maar wat tomtaen, lemoenen, een ui, knoflook , jalepeno (groene peper) voor salsa en guacemole.

Zodra het opklaart vervolgen we onze tocht. Vrij snel veranderd de b-weg in een modderig zandpad wat uitmond op de vluchtstrook van een snelweg. Hier hebben we niet veel zin in. Al gauw komen we in Carpenteria, waar een State Beach camping is. De hike & bike is leeg, zoals gewoonlijk, op 1 tent na. Terwijl we de salsa snijden en de advocado's kneden komt er een figuur uit de tent tevoorschijn. De figuur is een oud-sergant uit Arizona, de laatste wild-west staat van amerika, die na een korte maar ongetwijfeld nauwkeurige inspectie van onze tenten en fietsen een gesprek met ons aanknoopt. Terwijl hij in zijn cowboy taaltje over zijn fietstochten verteld, hoe hij op en neer fietst tussen mexico en canada, over slaap problemen, en ritten midden in de nacht in de woestijn, verwonder ik me over zijn lichaamshouding. Er is iets afwachtends aan hem. Hij heeft een voet een pas vooruit en leunt een weinig op zijn achterste been. Hierdoor kijkt hij ons niet aan als hij spreekt, maar heeft zijn blik gericht ergens boven de palmbomen, alsof hij wacht op de dood of god of wie weet wat. Waarschijnlijk zal het een harde strijd zijn wanneer het op een treffen aankomt. Maar hij zal vechten, ook al is het zijn laaste strijd. Hij zal vechten, en wanneer de dood zich over hem heen buigt, hem recht in zijn benige aangezicht spuwen, om met een volhardende grijns ter aarde te worden gebracht.

Samen met Dave drink ik een halve flesTequila, die we in de supermarkt hebben gehaald, en geniet ondertussen van de salsa met tortilla's. Wanneer de maan kalme schaduwen op het gras werpt, en enkel we enkel nog de oceaan horen ruisen verdwijnt de sergant in zijn tent en komt tevoorschijn met een buil sjek en een zak wiet. De rook blaast hij met kalme maar kordate stoten riching de maan. Het leven is zoals het is: goed maar diagonaal.

Iets zegt me dat het klopt...