Dag 11 / vrijdag 17 maart
Van BigSur S.P. naar Watsonville golfterrein - 56 miles
Ik wordt gewekt door grote regendruppels. Het water wordt hoog boven mij opgevangen door de reusachtige roodbruine bomen, waar het zich verzameld tot het zwaar genoeg is om de weg naar de bemoste bodem te vervolgen. Aangezien mijn slaapzak lekker warm is en ik nog maar weinig heuvels in het vooruitzicht heb - zo was mij verteld -, blijf ik nog maar een uurtje liggen. Als ik om 9uur op de fiets zit is er niet veel meer over van de regenbui. Het is heerlijk rijden door al het groen van Big Sur. Dennegeur, goede bochtige weg en niet teveel auto's.
In Monterey mis ik een bordje zodat ik een half uur heuvel op moet op een erg drukke weg zonder berm. Via een binnenweggetje en zowaar een heus fietspad door dampende bossen, kom ik terug op de route. Ik heb honger gekregen, en daar dient zich, geheel onverwachts, een McDonalds aan. Ik herrinner me de aanbeveling van deze of gene in nederland dat de kwaliteit hier een stuk hoger ligt. Met een knorrende maag voel ik me goed genoeg voorbereid op deze test, parkeer mijn fiets voor het raam en stap vol goede moed het huis van de Gulden M binnen.
Ik besluit tot een breedte test: 1 BigMac, 1 McChicken, 1 grote friet, 1 Dubbele Cheeseburger en een Minute Maid Sinaasappelsap (ik ben tenslotte een atleet) Klaar voor de start?
Het enige verschil met nederland is dat ik hier met dollars betaal. Zonder te kauwen slik ik happen burger weg. (de term fast food is wel degelijk van toepassing.) Benieuwd hoeveel ik naar binnen kan werken haal ik nog een McChicken (ok. genoeg).
Met een protesterende maag stap ik weer op de fiets. N.v.h.v. (nietvoorherhalingvatbaar).
Een heel aardig fietspad langs de kust brengt me op weg naar Santa Cruz. een wielrenner met een gebroken heup leent me zijn fietspomp - mijn achterband was wat slapjes - en fietst een stuk met me mee. Bij een (let op) artisjokkenkraampje eet ik french fried artisjok hearts. Lekker maar te duur. Het fietsen wil niet echt meer lukken, en ik peddel maar een beetje tegen de wind in. Als ik bij een tankstationnetje ergen tussen Monterey en Santa Cruz, een ijsje, chips, snickers en gedroogd vlees naar binnen heb gewerkt is het welletjes. $10,- per dag voor voedsel! Dat is genoeg.
De 'verkoper' in het tankstation is 17 jaar. Hij werkt hier voor zijn ouders, die het tankstation bezitten. En wat al sinds mensenheugenis in het bezit is van de familie. (De amerikaanse heugnis gaat niet zo ver terug) Als hij hoort dat ik uit nederland kom ("is dat niet in de buurt van amsterdam?") begint hij enthausiast over wiet te vertellen. Jezus, alsof dat alles is! we hebben ook tulpen, hoor.
Dan laat hij me vol trots zijn nieuwe auto zien. een witte. En een stukje verderop zijn vorige auto, groen en total loss, over de kop. En daarvoor had hij al twee andere auto's. Ik vraag maar niet wat daar mee gebeurd is. Het wordt langzaam aan donker en er is geen camping te bekennen. Ook zit ik niet meer op de route en ben omgeven door industrie terreinen en artisjokken velden. Ik rol van de heuvel af en net als ik overweeg om in een hotel te overnachten lokt aan de andere kant van de weg een heerlijk groen, gemaait en gezaaid golfterrein op. Wat doe je in zo'n geval? Nou ik fiets door, ik laat me niet in mekaar meppen door het neefje van de eigenaar.
De eerstvolgende zijweg die ik neem brengt me tussen grote opslagtanks met vloeibare gassen en loopt uiteindelijk dood. Overal staan goedkope gebouwen omgeven door hondehokken en hoge hekken. Het is aardedonker nu, onder een lantaarnpaal bekijk ik mijn opties om tot de conclusie te komen dat ik die niet heb. Niks kiezen of delen.
Een half uur sta ik in de berm te twijfelen en begin het behoorlijk koud te krijgen. Met naast mij het lokkende gras van de plaatstelijke golfvereniging. Dan: als er even geen politie of auto's met informanten, bekenden en vrienden van de eigenaar voorbijkomen duw ik mijn fiets tussen de eiken door het gras op. Goddank dat ze hier en daar wat bomen laten staan, zodat bekakt amerika af en toe naar zijn ballen kan zoeken. Tussen een een paar bomen en de muren van een bouwterrein begin ik aan de onmogelijke taak mijn tent in het pikkedonker op te zetten. Ik kom een heel eind, maar op een gegeven moment moet toch mijn petzl er aan te pas komen. Een stuk verderop blaft en hond.
Als ik eenmaal in mijn tent lig is het half negen. Ik slaap in vol met bange gedachtes, over mannen met knuppels, advocaten, politie en mexicaanse gevangenissen. Het zijn harde tijden voor avonturiers.
Van BigSur S.P. naar Watsonville golfterrein - 56 miles
Ik wordt gewekt door grote regendruppels. Het water wordt hoog boven mij opgevangen door de reusachtige roodbruine bomen, waar het zich verzameld tot het zwaar genoeg is om de weg naar de bemoste bodem te vervolgen. Aangezien mijn slaapzak lekker warm is en ik nog maar weinig heuvels in het vooruitzicht heb - zo was mij verteld -, blijf ik nog maar een uurtje liggen. Als ik om 9uur op de fiets zit is er niet veel meer over van de regenbui. Het is heerlijk rijden door al het groen van Big Sur. Dennegeur, goede bochtige weg en niet teveel auto's.
In Monterey mis ik een bordje zodat ik een half uur heuvel op moet op een erg drukke weg zonder berm. Via een binnenweggetje en zowaar een heus fietspad door dampende bossen, kom ik terug op de route. Ik heb honger gekregen, en daar dient zich, geheel onverwachts, een McDonalds aan. Ik herrinner me de aanbeveling van deze of gene in nederland dat de kwaliteit hier een stuk hoger ligt. Met een knorrende maag voel ik me goed genoeg voorbereid op deze test, parkeer mijn fiets voor het raam en stap vol goede moed het huis van de Gulden M binnen.
Ik besluit tot een breedte test: 1 BigMac, 1 McChicken, 1 grote friet, 1 Dubbele Cheeseburger en een Minute Maid Sinaasappelsap (ik ben tenslotte een atleet) Klaar voor de start?
Het enige verschil met nederland is dat ik hier met dollars betaal. Zonder te kauwen slik ik happen burger weg. (de term fast food is wel degelijk van toepassing.) Benieuwd hoeveel ik naar binnen kan werken haal ik nog een McChicken (ok. genoeg).
Met een protesterende maag stap ik weer op de fiets. N.v.h.v. (nietvoorherhalingvatbaar).
Een heel aardig fietspad langs de kust brengt me op weg naar Santa Cruz. een wielrenner met een gebroken heup leent me zijn fietspomp - mijn achterband was wat slapjes - en fietst een stuk met me mee. Bij een (let op) artisjokkenkraampje eet ik french fried artisjok hearts. Lekker maar te duur. Het fietsen wil niet echt meer lukken, en ik peddel maar een beetje tegen de wind in. Als ik bij een tankstationnetje ergen tussen Monterey en Santa Cruz, een ijsje, chips, snickers en gedroogd vlees naar binnen heb gewerkt is het welletjes. $10,- per dag voor voedsel! Dat is genoeg.
De 'verkoper' in het tankstation is 17 jaar. Hij werkt hier voor zijn ouders, die het tankstation bezitten. En wat al sinds mensenheugenis in het bezit is van de familie. (De amerikaanse heugnis gaat niet zo ver terug) Als hij hoort dat ik uit nederland kom ("is dat niet in de buurt van amsterdam?") begint hij enthausiast over wiet te vertellen. Jezus, alsof dat alles is! we hebben ook tulpen, hoor.
Dan laat hij me vol trots zijn nieuwe auto zien. een witte. En een stukje verderop zijn vorige auto, groen en total loss, over de kop. En daarvoor had hij al twee andere auto's. Ik vraag maar niet wat daar mee gebeurd is. Het wordt langzaam aan donker en er is geen camping te bekennen. Ook zit ik niet meer op de route en ben omgeven door industrie terreinen en artisjokken velden. Ik rol van de heuvel af en net als ik overweeg om in een hotel te overnachten lokt aan de andere kant van de weg een heerlijk groen, gemaait en gezaaid golfterrein op. Wat doe je in zo'n geval? Nou ik fiets door, ik laat me niet in mekaar meppen door het neefje van de eigenaar.
De eerstvolgende zijweg die ik neem brengt me tussen grote opslagtanks met vloeibare gassen en loopt uiteindelijk dood. Overal staan goedkope gebouwen omgeven door hondehokken en hoge hekken. Het is aardedonker nu, onder een lantaarnpaal bekijk ik mijn opties om tot de conclusie te komen dat ik die niet heb. Niks kiezen of delen.
Een half uur sta ik in de berm te twijfelen en begin het behoorlijk koud te krijgen. Met naast mij het lokkende gras van de plaatstelijke golfvereniging. Dan: als er even geen politie of auto's met informanten, bekenden en vrienden van de eigenaar voorbijkomen duw ik mijn fiets tussen de eiken door het gras op. Goddank dat ze hier en daar wat bomen laten staan, zodat bekakt amerika af en toe naar zijn ballen kan zoeken. Tussen een een paar bomen en de muren van een bouwterrein begin ik aan de onmogelijke taak mijn tent in het pikkedonker op te zetten. Ik kom een heel eind, maar op een gegeven moment moet toch mijn petzl er aan te pas komen. Een stuk verderop blaft en hond.
Als ik eenmaal in mijn tent lig is het half negen. Ik slaap in vol met bange gedachtes, over mannen met knuppels, advocaten, politie en mexicaanse gevangenissen. Het zijn harde tijden voor avonturiers.
No comments:
Post a Comment