Sunday, June 25, 2006

Het Begin van het Einde

Rangely, Co - Nog 200 mijl

Van Rangely naar Salt Lake

Over drie dagen zal ik met gejuich in Salt Lake City onthaald worden, wat betekend dat ik over een weekje in het vliegtuig zit. Terug naar Amsterdam. Ik heb gefietst, gegeten, gezwommen, geraft, genoten, gezwaaid, gehiked, gedanst, gezongen, gehuild en gelachen. En dat alles meer dan eens.

Gelukkig is mijn leven lang, en de wereld groot, zodat er zeker nog vele avonturen volgen zullen. Maar niet voordat ik weer eens in mijn eigen bed geslapen heb, de geur heb geroken van mijn ouderlijk huis, met blote voeten over de warme straatstenen in het dorp heb gewandelt, een patatje met gegeten heb, en iedereen die me lief is een stevige omhelzing gegeven heb!

Voila,

Vanuit Amerika, levend, meer dan ooit,

Pepijn

Thursday, June 15, 2006

Overpeinzingen van een fietser

15 juni, '06

Trouwe lezers,

Langzaam maar zeker komt mijn tijd in Amerika tot een einde. Noem het een fietstocht, een vakantie, een ontwikkelingsreis, een oddysee... Misschien het een soms wat meer dan het ander. Ben ik veranderd? Dat is moeilijk te zeggen. Nog steeds heb ik mijn goede, en minder goede kanten, ben ik nu en dan humeurig als ik wakker wordt in een koude tent en, zoals vanochtend, een bewolkte hemel boven mij vind. Verandert, ik weet het niet.

Gegroeid, in mijzelf misschien. Ik herinner me een autorit met Arthur en zijn ouders, ergens aan het einde van mijn laatste jaar van de bovenbouw. Ik stelde, dat het zo eenvoudig lijkt het goede te weten, maar waarom het dan zo moeilijk is het goede te doen. Het goede doen, is een vraag met duizend verschillende antwoorden, wat mij betreft ben ik een klein stukje dichter bij het mijne gekomen.

Of ik mezelf beter heb leren kennen? Dit zijn van die vragen, waar mijn taal nog teveel tekortkomingen kent. Als ik dan toch een gooi moet doen zou ik zeggen dat het niet zozeer het 'leren kennen is', maar meer het accepteren. Dat betekent niet, 'het er maar bij laten' of iets dergelijks, maar vormt de basis voor verandering. Met ontkenning kom je nergens.

Veranderen. Het maakt niet zoveel uit waar je bent. Het leven brengt haar lessen overal, zolang je maar de moed en de wil hebt om deze beet te pakken. Echter een nieuwe omgeving, zoals Amerika voor mij was, kan helpen om sommige lessen -opnieuw- te kunnen herkennen. Mijn dagboek en weblog mogen mij enkele daarvan helpen te herinneren.

Maar ik ben er nog niet. Op dit moment bevind ik mij in de Telluride Public Library (Colorado), waar enkele uren geleden het Bluegrass Festival is begonnen. Met mijn ik-zit-al-weer-zes-weken-op-de-fiets-kapsel voel ik me erg thuis tussen de talloze hippie-ogende, strakke spijkerbroekdragende, bezoekers. Vandaar dat ik hier hoogstwaarschijnlijk een dagje zal verblijven. Daarna nog 342 mijl naar Denver (plannen gewijzigd, maar ik doe maar even alsof mijn neus bloed), en vandaar met de fiets/bus/trein naar Salt Lake City. Ik heb onderweg een adres kunnen vinden aldaar, zodat ik me in alle rust voor kan bereiden op de vlucht terug, en ook nog wat van de stad kan zien.
Het lijkt erop, gezien de tijd die mij nog rest, en de afstand die nog overbrugt moet worden, dat dit mijn een-na-laatste bericht zal zijn. Zo heb ik ook nog wat te vertellen als ik terug ben.
Met hartelijke groeten,
Pepijn
P.s. Ik wil iedereen alvast bedanken voor de mailtjes, gedachten en reacties. Mocht je nog wat kwijt willen, laat een reactie achter op de site. Vind ik erg leuk om te lezen. (Klik op de titel van een bericht en scroll naar beneden.)

Fietserslatijn: Over zoeken en vinden

Siddhartha

"Wenn jemand sucht", sagte Siddhartha, "dann geschieht es leicht, das sein Auge nur noch das Ding sieht das er sucht, dass er nichts zu finden, nichts in sich einzulassen vermag, weil er nur immer an das Gesuchte denkt, weil er ein Ziel hat, weil er vom Ziel besessen ist. Suchen heisst: ein Ziel haben. Finden aber heisst: frei sein, offen stehen, kein Ziel haben. Du, Ehrwuerdiger, bist vielleicht in der Tat ein Sucher, denn, deinem Ziel nachtstrebend, siehst du manches nicht, was nah vor deinen Augen steht." - Herman Hesse, Siddhartha.

Thursday, June 08, 2006

Flagstaff en Kaibab N.F.

Zaterdag 27 mei, '06

Van Coconino N.F. Campground naar Hwy 180 - 61 mijl

We ontbijten met pancakes, wisselen email-adressen uit en vertrekken tegelijk. Zij, in een toyota 4x4 richting het zuiden, ik op m'n 1x1 terug naar het noorden.
Na de heuvel die gisteren een vlotte afdaling, en nu een stlijle klim is, draai ik even af naar het uitkijkpunt over de vallei. Indianen -met plat amerikaans accent- verkopen snuisterijen. Goedkope sieraden en mooie unieke beeldjes en natuurlijk de onmisbare dromenvangers. Ik hou daar niet zo van, geef ze liever de vrije loop.

Ik probeer te genieten van 't uitzicht maar wordt uitgehoord door een aantal amerikaanse touristen, die reageren alsof ze een zeldzaam dier in de plaatstelijke zoo aan 't bewonderen zijn. Compleet met ongevraagde foto's, de apenootjes weiger ik resoluut.

Blij dat ik weer rustig op mijn fietsje zit -met een aardig lunch paket van een echtpaar uit California-, zet ik er een goede vaart achter richting Flagstaff, links en rechts een keer zwaaiend naar de passerende harley's. In een grote supermarkt doe ik boodschappen voor de komende 2/3 dagen, want het ziet er niet naar uit dat er veel eten te krijgen is in de woestijnen rond Grand Canyon. Bij een Mobil tankstation (ik ben de vrijgevigheid in Lee Vining nog niet vergeten) vul ik m'n brandertje bij, en breng een kort bezoek aan de bibliotheek en het plaatstelijk postkantoor.

Hoewel ik dacht alles vrij vlot geregeld te hebben is het 3 uur als ik Flagstaff uit fiets over de 180 richting noorden. Tijdens een korte klim komt er een fietsster naar beneden geracet die me bemoedigend toeroept: "good luck with that hill!" Als ik na twee uur op 8300 voet het bordje "summit" zie moet ik toegeven dat ze niet overdreven heeft. Heuvelaf gaat des te vlotter. Ik stop even bij een kappelletje langs de weg, dat vol hangt met kleine briefjes met anonieme wensen aan de Heer. Ik vraag me af of Hij deze verlate gebieden wel aandoet, er is namelijk weining plaats over voor mijn boodschap.

Kaibab national forest bestaat op deze hoogte voornamelijk uit Pondarosa Pine trees, afgewisseld met een soort berkachtige, met een helderwitte stam en frisgroene bladeren. Na het kerkje verandert het landschap in een uitgestrekte prairie, waar met een beetje fantasie een kudde bisons loopt te grazen, die -als het aan de plaatselijke ranch ligt- hun bestaan mogen voortzetten als repen gedroogd vlees.

Na wat kronkels in de afdaling veranderen de bomen langzaam in struiken. Rond zeven uur duw ik mijn fiets een stuk de berm in, op de plaats waar het hek, wat voor kilometers de weg omheinde, wat terugwijkt. De begroeing ontrekt me aan het zicht van de weg, hier en daar liggen wat dorre takken en -wat me enigzins ongerust maakt- de zachte rode aarde is bezaaid met sporen, waar menig scout zich op zou verheugen. Sommigen zo groot als mijn handpalm, geen beren misschien, maar op z'n minst wat coyotes en een wild zwijn. Uit de top van een dode boom krast een gier zijn commentaar. Na een half uur heb ik m'n tentje staan, eet nog wat en lig -nog steeds moe van de treinreis- om 8 uur in mijn slaapzak.

De wilde dieren blijven uit, maar geconfronteerd met een ander ongemak van het camperen moet ik op twee uur in de nacht dringent m'n tent uit. Nu ben ik er zeker van dat ik naar de sterren fiets. Nog nooit heb ik er zoveel gezien.